Corona is afgelopen week voor Ellen en mij heel dichtbij gekomen. We haalden Ellens moeder op uit het ziekenhuis. Ze werd daar verpleegd voor een alvleesklierontsteking en zou coronovrij het ziekenhuis verlaten. Wij zijn die dag behoorlijk met haar in de weer geweest en nadien hebben Ellens broers haar vooral bezocht. Toen waren wij weer aan de beurt. Die ochtend was ze door de thuiszorg op de grond gevonden. Waarschijnlijk gevallen nadat ze uit bed was gaan dwalen. Omdat ze incontinent is, was het nogal een rommeltje en Ellen en ik hebben poepvlekken weggewerkt en luiers verwisseld. Later hebben we nog wat eten gemaakt en het slot van het liedje was dat ze aan het eind van de dag opnieuw werd opgenomen. Bij de standaard test op corona, werd ze nu opeens positief getest. Dat is nogal wat voor een 89-jarige dame en ook voor ons. Omdat wij zo intensief met haar bezig zijn geweest.
‘Leven en dood zijn als twee molenstenen waartussen ik beklemd zit en die langzaam elk begrip omtrent mijn bestaan vermorzelen.’ Zo schetste mijn leraar Nico Tenko Roshi onlangs onze levensweg. Komt wel binnen in deze dreigende tijden, maar er is in deze benadering zeker ruimte voor schoonheid en optimisme. Je kunt bemoediging vinden in het wonder van de werkelijkheid zoals die is. We hebben het er al uitgebreid over gehad. De eik in de tuin. Het koolmeesje dat een vogelhuisje in- en uit vliegt. Dennenbomen die buigen in de wind. Hoe het licht valt op de beukenhaag. Je put er vertrouwen uit, hoop ik. Je daarvoor openstellen is mogelijk en valt te oefenen. Eigenlijk doen we met het zitten niets anders.
Maar houd die zin van Tenko roshi nog eens scherp tegen het licht. Hij zegt eigenlijk: Langzaam verdwijnt elk begrip over mijn bestaan. En daarin beluister ik twee dingen.
- Er blijft niets over wat te begrijpen valt. Is dat erg? Eerlijk gezegd denk ik van niet. Alle controle, alle veiligheidsmechanismen, alle beschermingsconstructies, al het plaatstaal waarachter we ons willen terugtrekken…, het blijkt allemaal niet te werken. Wat overblijft is het moment waarin we steeds opnieuw de werkelijkheid beleven.
- Hij bedoelt waarschijnlijk ook dat het wonder van dat moment steeds meer gaat overheersen. Zo voel ik dat ook en ook dat het goed is om zoveel mogelijk in dat wonder te blijven vertoeven. Dat is niet je van de realiteit afkeren, maar die juist omarmen. Dan ontstaat wat we gewoonlijk verwondering noemen. Verwondering als levenshouding is genoeg. Misschien is het wel de moeder van alle levenshoudingen.
Nico schrijft: ‘Zoals zo velen houd ik mij, als kwetsbaar oudje, aan de aanbevolen quarantaine. Ik merk de zorg en inspanning deze crises te boven te komen. In de brievenbus een briefje van een hier in de buurt wonende studente met een telefoonnummer waarbij we haar kunnen bellen voor boodschappen of een ander vorm van hulp. Ik voel ook de dreiging en de angst. Zen of geen zen, het leven is tragisch. Een eenzijdig zicht zou dit leven alleen maar bitter doen smaken, maar in het licht van deze schijnbare tegenstrijdigheid proeft het leven bitterzoet.’
Dat is de wonderbaarlijke realiteit. Kwetsbaarheid. Laten we die toelaten. En laten we kijken wat we kunnen doen in onze eigen omgeving. Eigenlijk is dat waar de eveningcall waarmee elke dag in een sesshin afsluit over gaat:
Dit wil ik ons allen graag op het hart drukken:
Leven/dood is een ernstige zaak.
Alle dingen gaan snel voorbij.
Wees daarom altijd wakker.
Nimmer onoplettend
Nimmer onachtzaam
Wouter ter Braake zegt
Dank voor dit juweel uit uw hart.
Dhyan Willem zegt
U heeft het steeds over “vertrouwen”. Op wie/ op wat?
We leven in het moment.Dit ene moment.
Morgen kan alles anders zijn, of het zelfde als vandaag.