Onlangs beschreef Kees Moerboek de gedragingen van de bonobovrouw Kuni, een aan de mens verwante aapsoort, die zag hoe een vogeltje tegen het glas van haar verblijf vloog, met het versufte vogeltje naar de top van een boom klauterde, de vleugeltjes van de vogel spreidde en het diertje losliet waarop het met een smak op de grond terecht kwam. Waarop Kuni bij het opnieuw versufte vogeltje bleef zitten tot het voldoende kracht had om weg te vliegen. Over empathie en aandacht gesproken.
Jaren geleden was ik met mijn vriendin en mijn dochter en haar vriendinnen in een Frans dorpje. Mijn vriendin en ik zaten op een stenen kring rond een enorme boom. Ineens viel er een vogeljong zo groot als een jonge kip vanuit het vogelnest in die boom op de stenen ring. Het had nauwelijks veren en zeker geen vleugels en was kaal als een diepvrieskip. Het scheelde niet veel of de neerploffende vogel had mij geraakt met voor mij desastreuse gevolgen: snelheid maal gewicht. Nu lag het zo’n 30 centimeter van mij af te zieltogen.
Ik sprak de jonge vogel troostend toe. Maar het zieltogen hield niet op, het dier moest uit zijn lijden verlost worden, hoewel dat mogelijk kwalijke gevolgen zou hebben voor een eventuele wedergeboorte doordat het lijden kunstmatig werd beëindigd. ‘Wil jij de vogel even de nek omdraaien,’ vroeg ik aan mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen. Ze weigerde dat. Ik legde de vogel in de schaduw, het ging slechter en slechter met het dier, bloed druppelde uit de snavel. Wij hielden als een soort uitvaartverzorgers de wacht bij de stervende vogel en lieten blijken: je bent niet alleen in het uur van je dood, kleine vogel. Het duurde toch nog even voor de vogel de geest gaf. Bovenin de boom bleef het doodstil, moeder vogel gaf geen krimp.
De lezer zal mogelijk denken: de goedmoedige reus is een lafaard door aan zijn vriendin te vragen aan euthanasie te doen. Dat klopt. Slechts een keer in mijn leven heb ik bewust een dier gedood. Op een landweg in het buitengebied kreeg ik een kat voor de wielen van de auto. Het achterlijf van het dier was verpletterd maar de kat leefde nog, zag ik nadat ik was uitgestapt. Ik ben niet bij het stervende dier gaan zitten, maar heb de auto in z’n achteruit gezet en reed nogmaals maar nu heel bewust over de rest van de kat. Het was heel naar om te doen, nu nog herinner ik me dat verschrikkelijk gevoel. Maar het was toen het enige dat ik voor het dier kon doen, het uit zijn lijden verlossen.
Moedig voorwaarts!
Ruud van Bokhoven zegt
Het leven is niet altijd makkelijk en tegenslagen is een logies gevolg van iedere actie. Keuzes maken we dagelijks, is het ja of is het nee, een tussenweg is er niet en weet je het niet, dan zal je uiteindelijk toch een keuze maken.
Ook over moeilijke beslissingen die onverwacht op je pad komen zoals een kat die je aanrijd en half dood achter blijft. Normaal dood je geen dieren, maar maak je nu een juiste beslissing het dier uit z’n lijden te halen.
Beslis ook in de onverwachte situatie dat het leven geeft en maak de juiste beslissing en leef je leven in geluk.