Op een dag genoten Meester Linji en Puhua een feestmaal van een begunstiger. Linji zei: ‘”Een druppel water bevat de hele oceaan, en een naald de hele hooiberg.” Verwijst dit naar het bovennatuurlijke of naar het oorspronkelijke?’ Puhua trapte de eettafel omver. ‘Wat grof’, riep de meester. Puhua riep: ‘Grof en fijn, waar denkt u wel dat we zijn.’ ‘Puritein’, riep de meester.
De volgende dag genoten Linji en Puhua opnieuw een feestmaal van een begunstiger. De meester zei: ‘Hoe verhoudt de dis van vandaag zich tot die van gister?’ Weer trapte Puhua de eettafel omver. ‘Wat grof’, riep Linji opnieuw. ‘Apotheker’, riep Puhua, ‘de leer is grof noch fijn.’ ‘Sacherijn’, riep de meester.