Meester Linji zegt:
Ik heb het vaak horen fluisteren: ‘Een boeddha heeft zes bovennatuurlijke krachten. Hoe wonderlijk.’
Wegdromer, maak jezelf niets wijs. Goden, duivels, engelen, feeën en tovenaars hebben naar men zegt allemaal bovennatuurlijke krachten. Zijn ze daarom boeddha’s?
Toen Asura tegen Indra vocht, bracht hij zijn hele leger van vierentachtigduizend zielen in veiligheid in de haarwortel van een lotusplant. Maakt dat hem een wijze?
Bovennatuurlijke krachten zijn al net zo leeg als natuurlijke krachten. Om over bovennatuurlijk krachtpatsers nog maar te zwijgen. Wat wordt er dan bedoeld met de zes bovennatuurlijke krachten van een boeddha?
Dat hij beelden ziet maar zich er niet door laat beetnemen.
Dat hij geluiden hoort maar zich er niet door laat beetnemen.
Dat hij geuren ruikt maar zich er niet door laat beetnemen.
Dat hij smaken proeft maar zich er niet door laat beetnemen.
Dat hij dingen voelt maar zich er niet door laat beetnemen.
Dat hij gedachten denkt maar zich er niet door laat beetnemen. Ook niet door deze.
Waar komen de ‘bovennatuurlijke krachten’ van een boeddha vandaan? Nergens vandaan. Wie kleur, klank, geur, smaak, gevoel en gedachte eenmaal doorziet, blijft er moeiteloos vrij van. Al is hij ervan doordrenkt, hij verdrinkt er niet in. Voor hem zijn ze als een pierenbadje – verfrissend, maar zonder enige diepgang.
Wegdromer, een boeddha heeft geen bovennatuurlijke krachten nodig. Noem dat desnoods zijn bovennatuurlijke kracht.