Taalkundigen formuleren de onderliggende regels van een taal. Sprekers van een moedertaal houden zich doorgaans zonder nadenken aan die grammatica. Ze wijken er ook wel van af. De Taalunie en het onderwijzend personeel waken over het correct gebruik, maar kunnen niets afdwingen. Uit het oude foute wordt het nieuwe correcte taalgebruik geboren. Mensen gebruiken het meervoud ‘media’ als enkelvoud – de media heeft… – en dat is al bijna gewoon.
De rol van de taalkundigen wordt in een religie gespeeld door theologen. Ze gaan uit van heilige boeken, de traditie en de praktijk. Zo komen ze tot grammatica’s van hun religie. Alleen noemen ze het dogmatiek of dienstboek.
Afhankelijk van de mate van orthodoxie ziet de geestelijkheid toe op het correct gebruik van dogma en ritueel. Vaak moeten nieuwe gelovigen aan toegangseisen voldoen. Maar meestal geloven aanhangers op eigen houtje en benutten ze hun speelruimte voor ketterse geloofsovertuigingen en -praktijken. Ze kunnen bijvoorbeeld bidden tot een geheel eigen god. Sommige theologen onderzoeken zulke nieuwe grammaticale vormen.
Taalkundige en romanschrijfster Kristien Hemmerechts voorspelde afgelopen weekend dat grammaticale regels die we nu belangrijk vinden, binnen enkele decennia compleet verdwenen zullen zijn. Hep se sgeinbaar so gesegt.
Vraagje: Gaat de voorspelling van Hemmerechts ook op voor religie?
Marinus Kruissen zegt
Natuurlijk moet ik daar, als taalkundige, op reageren De vraag of grammaticale, religieuze regels van nu in de toekomst nog belangrijk zijn kan op dezelfde, taalkundige manier beantwoord worden.
Er is een duidelijke distinctie tussen een levende en een dode taal. Een dode taal heeft geen moedertaal sprekers meer, en daarom verandert de taal niet meer.
Een levende taal staat dagelijks aan veranderingen bloot en zo hoort het ook!
Ook een religie kan levend of dood zijn. En een dode religie verandert niet, of niet meer. Maar er is een groot verschil, een taal met moedertaal sprekers is per definitie een levende taal. Maar een religie met volgelingen is niet altijd levend.
Wanneer dogmata binnen een religie zo vastliggen dat veranderingen alleen maar leiden tot de exclusie van degene die verandering voorstaat, dan is de betrokken religie ten dode opgeschreven, of al overleden! Het kan nog jaren, decennia of zelfs eeuwen duren voor ook de belijders er achter komen dat hun religie dood is, maar het overlijdensattest is dan al lang ondertekend!