Er loopt een lijntje van de Reformatie naar het individualisme. De vrije geloofskeuze die Luther bepleitte, bood de enkeling flink meer speelruimte. Allerlei machten die de vrijheid beperkten, werden nadrukkelijker gecontroleerd. Mede dankzij Luther wordt een kleine potentaat in alledaagse taal een ‘pausje’ genoemd.
Recent rijst de vraag of we niet te ver zijn doorgeschoten. Individualisering heeft een negatieve bijklank gekregen. Ze zou de samenleving tot ‘los zand’ maken. Keuzevrijheid OK, maar hoe gebruik je die verstandig?
Voor de kerken heeft die vraag iets pijnlijks. De mensen die in de afgelopen eeuw de kerk vaarwel hebben gezegd, maakten gebruik van hun individuele vrijheid. Het is nogal ironisch dat de Reformatie heeft bijgedragen aan de uiteindelijke leegloop van de kerken die er uit voortkwamen.
De vrije keuze maakte ook school buiten de godsdienst. Ons democratische bestel bestaat dankzij keuzevrijheid. Maar die vrijheid laat ook ondemocratische partijen toe. Er is regelmatig aanleiding om over normen voor de vrijheid van meningsuiting te discussiëren.
Eigenlijk hebben we na vijf eeuwen nog geen goed kader voor de keuzevrijheid. We verkeren nog altijd in een tussentijd. Oude kaders, zoals de zuilen, zijn broos geworden en de nieuwe, zoals de massamedia, zijn vaak hype-achtig en nauwelijks te controleren. Keuzevrijheid is voor veel mensen consumptievrijheid geworden – als ze zich dat kunnen permitteren.
Uiteindelijk is de voornaamste vraag welke waarden de geïndividualiseerde samenleving zouden moeten onderbouwen. Daarover wordt te weinig nagedacht.
Keuzevrijheid van wie? Vrij waarvan? Vrij waartoe?
Pist Nusteleijn zegt
Het keuzeloze Gewaarzijn van elk mens biedt aan elk mens de vrijheid en het vermogen om beslissingen te nemen cq. te kiezen, wanneer dit mogelijk is en wanneer dit wenselijk gevonden wordt.