Geen ik, geen het, geen niets.
taoisme
Meester Tja 118 – Ook de koning loopt op onderdanen
Stille getrouwen.
Meester Tja 117 – Wie Tja heeft lijkt op een kindje
Hij dringt niet meer op of aan, en alles gaat weer spontaan.
Meester Tja 116 – Maar dan komt de borst en de melk vloeit vanzelf
Zijn oogjes zien beelden, maar het weet niet waarvan. Zijn plasser wordt stijf, maar het weet niet waartoe.
Meester Tja 115 – Onafgebroken offer ik mijn denkbeelden op
Gebroken spiegel, ongebroken geest.
Meester Tja 114 – Wie is het die wortelt zonder grond?
Gedenk te zweven.
Meester Tja 113 – Hoe weet ik dat de wereld is zoals ik hem zie?
Ik beschouw het Tja als mijn ziel, mijn ziel als mijn lief, mijn lief als mijn thuis, mijn thuis als mijn wijk en mijn wijk als de wijde wereld.
Meester Tja 112 – In je zwakte gaan staan
Alleen wie in zijn zwakte gaat staan, kan de volle kracht van het Tja ervaren. Alleen wie zijn kleinheid realiseert, belichaamt het Grote Tja.
Meester Tja 111 – De openbaring van het Grote Tja
Ik herken het Grote Tja in vrede en in oorlog, in soberheid en in zwelgen, in Boeddha en in Mara. Ik herken het overal en ik vrees het – niet.
Meester Tja 110 – Denk je erover, dan denk je het dood
Begeer je het, dan verstopt het zich. Negeer je het, dan mis je het.
Meester Tja 109 – Moordenaars en minnaars
Het Grote Tja is onnavolgbaar als de wereld, onvoorspelbaar als de mens, ondoordringbaar als het lichaam, onbegrijpelijk als de geest. Groot verstand, klein verstand – niemand kan ze vatten.
Meester Tja 108 – Leer eerst maar eens één ding kennen
Vraag je hem: ‘Leer ons de moeder aller dingen kennen’, dan zegt Meester Tja: ‘Leer eerst maar eens één ding kennen.’
Meester Tja 107 – Midden tussen nee en ja
Ooit wist ik van niets. Dat was het kleine tja. Ineens wist ik van alles. Dat was het einde van het kleine tja. Nu weet ik weer niets. Dat is het Grote Tja.
Meester Tja 106 – Zeg vooral niet hoe het moet
Wees niet als meester, niet als leerling.
Meester Tja 105 – Een lege geest is geestig
Alle schepsels vereren voedsel. Wie verheerlijkt de honger?
Meester Tja 104 – Niemand beheerst het leven
Goden en mensen, koningen en onderdanen – nooit heb ik iemand ontmoet die het leven beheerst.
Meester Tja 103 – Een waan tussen bestaan en vergaan
Tienduizend dingen maken het verschil tussen bestaan en vergaan. Mensen hopen verschil te maken door er tien te beheersen.
Meester Tja 102 – Een verstand dat niet wérkt
Verdienste kent hij niet, noch rekent hij zich arm.
Alle series over niet-weten van Hans van Dam in het BD
Overzicht van alle series van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.
Meester Tja 101 – Vertrouwen zonder basis is onwankelbaar
Wie toch zijn ogen tot hem richt, schenkt hij zijn kinderlijke blik. Hij hoeft hem niet terug, dat niet, maar ziet hem graag terug.
Meester Tja 100 – Laat je bij wijze van vatten omvatten
Wil je de wereld vatten? Probeer haar dan niet te vatten.
Meester Tja 99 – De wijze denkt, maar niet na
Hij doet, maar volbrengt niet.
Meester Tja 98 – Kennen door niet-kennen
Om de wereld te kennen moet je jezelf kennen. Om jezelf te kennen moet je je lichaam kennen. Om je lichaam te kennen moet je je geest kennen.
Meester Tja 97 – Oordelen is onzin, niet oordelen is waanzin
Geen zonde zo groot als overal zonden zien.