En om naar dat niveau te groeien moeten we het oude beeld van een onveranderlijk zelf loslaten, dus erkennen dat we uiteindelijk een anatman-identiteit hebben.
saripoetra
Over de Lotus-soetra (13): De parabel van het brandende huis
Boeddha redt zijn kinderen niet door zijn eigen kracht en bovenmenselijke vaardigheden in te zetten. Om allerlei redenen kan dat niet (bijvoorbeeld: de mensen zouden waarschijnlijk niet erg meewerken, eerder boos worden dat hij hen stoort in hun spel). De kinderen moeten zelf naar buiten komen.
Over de Lotus-soetra (12): Alleen voor bodhisattva’s
Het lijkt erop dat Boeddha vijf soorten rottigheid onderscheidde. Vijf soorten, in zijn tijd al! Verderf door (te) lange duur; door (te) korte duur; door verwarring; door meningsverschillen; en door ongelijkheid onder mensen. De volgorde van al die rottigheid is niet van belang.
Over de Lotus-soetra (11): Tactvolle aanpassing
Kan het Boeddha dan niks schelen dat er vijfduizend mensen vertrekken? Laat het hem onverschillig? Dat staat er niet! Hij laat ze gewoon gaan. Juist omdat hij met ze begaan is.
In suttas is het niet altijd de Boeddha die spreekt
Ook zijn belangrijkste leerlingen, zoals Sariputta en Moggallana, komen aan het woord.
Ontkennen om te kunnen groeien: Anatman
En om naar dat niveau te groeien moeten we het oude beeld van een onveranderlijk zelf loslaten, dus erkennen dat we uiteindelijk een anatman-identiteit hebben.