In het eerste en tweede deel van deze serie probeerde ik twijfel te zaaien over de daadwerkelijke trouw van geëngageerd boeddhisme aan de leer van de Boeddha. Mijn doel is niet om het boeddhisme in diskrediet te brengen, noch om de morele ernst van veel van deze doelen in twijfel te trekken. Ik wil alleen twijfel oproepen over de vraag of het ethos van het geëngageerd boeddhisme wel consistent is met wat de Boeddha onderwees. Er zijn genoeg redenen te vinden om racisme, economische ongelijkheid en het onduurzaam misbruik van het milieu aan te pakken. Maar weinig, zo niet geen van deze redenen, zijn rechtstreeks te herleiden tot de leer van de Boeddha.
kloosterleven
Worden wat we zijn
Zijn monniken, hippies en dichters mensen van betekenis? Nee, we zijn bewust onbelangrijk. We zijn vergroeid met een onbeduidendheid die ieder mens zou passen. De marginale mens aanvaardt de basale onbeduidendheid van de menselijke conditie, een irrelevantie die boven alles gestalte krijgt in de dood. De marginale mens, de monnik, de ontheemde, de gevangene, al deze mensen leven in het aangezicht van de dood, wat vervolgens weer de vraag naar de zin van het leven oproept. Hij worstelt met het gegeven van de dood zelf en zoekt naar iets diepers dan de dood omdat er iets diepers is. De roeping van de monnik, van de marginale, de meditatieve mens of de dichter, is om nog in dit leven voorbij de dood te geraken, voorbij de tweedeling van leven en dood om voor altijd getuige van het leven te zijn.
De boeddhistische heropleving in China eerste helft van de 20ste eeuw
De grotere lekengroepen beperkten zich niet tot een enkele activiteit. De Buddhist Pure Karma Society (1925) in Shanghai bijvoorbeeld had een weeshuis en een polikliniek met gratis Chinese medicijnen voor de armen. Zij zamelde geld in voor kleding en voedsel, niet alleen voor de armen, maar ook voor de slachtoffers van overstromingen en bij hongersnood, ook in andere delen van centraal China. Aan intellectuele aanhangers bood zij de mogelijkheid om bijeen te komen om te discussiëren over boeddhistische filosofie, aan vrome leden een gebedsruimte voor religieuze beoefening en voor iedereen lezingen over boeddhistische teksten. Bovendien gaf de organisatie een krant uit en had zij een radiostation, de eerste boeddhistische ter wereld.
de Boeddhistische blik – Sing me a song
In Bhutan raakt de 17-jarige monnik Peyangki door de intrede van smartphones afgeleid van de dagelijkse rituelen van het kloosterleven. Hij heeft middels WeChat een vriendin in de stad opgedaan en is compleet vergroeid geraakt met zijn telefoon, net als al zijn vrienden in het klooster.