De fabels van Jan Bouwstra kenmerken zich door milde humor. Ze hebben de vorm van kleine, lichtvoetige, filosofische dialogen. Veel dierenpersonages keren regelmatig terug: de brilslang en de uil, de neushoorn en de olifant, de krekel en de egel, de muis en de kikker, de mol, de padden, de boktor, de eekhoorn, de ekster en de merel en vele anderen. En ze hebben zo hun eigen kijk op het leven.
fabels
Goff – fabels voor fabeldieren (47) gier
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (42) – specht
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (41) – ijsbeer
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (40) – huismus
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (38) – weekdier
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (37) – ezel
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (36) – luis
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (35) kikker
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (34) das
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (32) mier
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (31) bij
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (30) duif
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (29) krekel
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (28) dromedaris
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (27) roodborst
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (26) varken
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (25) haas
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (24) – spin
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (23) – inktvis
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (22) – merel
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (21) – baviaan
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (20) mol
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (19) kanarie
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.