Verlossing kun je alleen bereiken door vijf meesterlijke misdaden te plegen.
de Linji-lu
Preek 53 – Laat de Boeddha geen fopspeen zijn!
Wil je een boeddha worden, laat je dan niet meeslepen door de dingen.
Preek 52 – Boeddha zijn is het boeddhaschap doorzien!
De dharma’s zijn leeg. Wat valt er te zien? De leer is leeg. Wat valt er in te zien?
Preek 51 – Perfecties en oefeningen zijn bijzaak!
Er is niets dat beoefend kan worden, niets dat vervolmaakt moet worden, niets dat bereikt moet worden en niemand om dat te doen.
Preek 50 – Al je streven is zinloos!
Hoeveel woorden zijn genoeg?
Preek 49 – Geen leraar kan je erheen brengen!
De ware boeddha heeft geen vorm. De ware weg heeft geen richting. De ware leer heeft geen inhoud.
Preek 48 – Een recept is geen gerecht!
Leerlingen van tegenwoordig lopen vast omdat ze heilig in namen geloven.
Preek 47 – De ware mens draagt geen kledij!
De ware mens draagt geen kledij.
Preek 46 – Een boeddha is een lege pij!
‘Maar meester, u bent helemaal naakt!’
Preek 45 – Ontbinding is de weg!
Zal deze pijl ooit nog doel treffen?
Preek 44 – Niet stellen maar ontstellen!
Wie is het die je nooit zult vinden?
Preek 43 – Sneller dan de wind en lichter dan een veertje!
Wegwezers komen van heinde en verre naar mij toe. Ze zijn er in soorten en maten, maar qua aanleg vallen ze in drie categorieën.