De Tibetaans-Amerikaanse politicus in ballingschap Lobsang Sangay gaf onlangs inzicht in de strijd van de mensen in het geboorteland van zijn ouders, Tibet.
Hij legde uit hoe China Tibet binnenviel en de 14e Dalai Lama dwong zijn toevlucht te zoeken in India. Tijdens de Tibetaanse opstand van 1959 door een gewapende Tibetaanse guerrillagroep erkende Lobsang dat de Tibetanen geen andere keuze hadden dan de wapens op te nemen om hun moederland te verdedigen. ‘Veel monniken sloten zich aan bij de guerrillagroep om hun geloof te verdedigen toen de Communistische Partij van China na de bezetting van Tibet de kloosters begon te vernietigen.’
Hij stelt dat Amerika de Tibetanen kwam steunen vanwege de Koreaanse Oorlog. Tijdens de Koreaanse Oorlog vochten de Chinezen letterlijk tegen de Amerikanen. De VS hadden een tweede front nodig om de aandacht af te leiden. Dus begonnen ze wapens en munitie aan Tibet te leveren, maar wat ze leverden was zeer beperkt. Als ze meer hadden geleverd, zouden de Tibetanen volgens Lobsang dapper hebben gevochten. Er was een kans dat we tenminste enkele delen van ons grondgebied zouden kunnen verdedigen,’ zei de politicus.
Sommige Tibetaanse vrijheidsstrijders pleegden zelfmoord toen de Amerikaanse president Richard Nixon in 1972 naar China ging om de betrekkingen te normaliseren, zij voelden zich verraden.