Nu het koud is en er sneeuw ligt kunnen vogels wel wat extra energie gebruiken. Vogels beschikken over een uitstekende isolatielaag, maar de interne kachel moet wel blijven branden. Het voedsel ligt nu wat verstopt onder de sneeuw, waardoor ze wel wat extra’s kunnen gebruiken. Strooi dus wat zaad en zonnebloempitten of hang de vetbol (zonder netje!) op. Bijkomend voordeel: de kans is groot dat de vogels blijven hangen voor de Tuinvogeltelling over twee weken.
In een vogelvriendelijke tuin vinden vogels alles wat ze nodig hebben, zoals natuurlijk voedsel in de vorm van bessen, zaden en insecten. Nu dat voedsel onder een (dun) laagje sneeuw is verdwenen kunnen vogels daar niet bij. Ook vogels in de bossen en op de weilanden hebben met dit weer moeite om voedsel te vinden, dus trekken ze naar daar waar ze voedsel verwachten te vinden: bij de mensen!
Eten is warmte
Het bijvoeren van vogels helpt om hun overlevingskansen te vergroten. Het kost vogels namelijk veel energie om bij vorst hun lichaamstemperatuur op peil te houden. In een koude nacht verliezen kleinere soorten wel zo’n tien procent van hun lichaamsgewicht. Vogels hebben een relatief snelle stofwisseling die ze helpt hun lichaamstemperatuur rond de 40° C te houden. Dat vereist een vetreserve en/of een flinke dagelijkse portie voedsel.
Met het voeren van vogels doe je ook jezelf een groot plezier. Vogels hebben namelijk razendsnel door waar iets te halen valt. In een mum van tijd hangt er een pimpelmees aan de vetbol, smult de merel van de appel en snoept de grote bonte specht van de vogelpindakaas. Allemaal soorten die meetellen bij de Tuinvogeltelling, in het laatste weekend van januari. Wie de komende weken blijft voeren heeft een grote kans deze soorten te zien bij de Tuinvogeltelling.
