Vijf mensen zijn gisteravond gewond geraakt bij een aanslag op een moskee in het Grandpass gebied van de Sri Lankaanse hoofdstad Colombo. De politie zegt dat de daders boeddhisten zijn. Honderden politiemensen en speciale eenheden zijn naar het gebied gestuurd om de rust te herstellen. Vanmorgen is de avondklok weer opgeheven. Islamitische geestelijken hebben hun bezorgdheid uitgesproken over het geweld door boeddhistische groeperingen, die met een actie bezig zijn die gericht is tegen islamitische en christelijke doelen in het gebied. De politie bewaakte de tempel maar kon de vernieling niet verhinderen.
Getuigen zagen hoe tientallen mannen de moskee bestormden, met stenen gooiden en moslims mishandelden. Ze zeggen dat ook enkele huizen in het gebied beschadigd zijn. Het is al langer onrustig in Sri Lanka. Radicale boeddhisten roepen op tot een boycot van moslims, die een minderheid vormen in dat land. Ze zeggen een aantasting van cultuur en religie te vrezen.
In maart staken drie boeddhistische monniken en veertien anderen twee bedrijven van moslims in brand, ze zijn gearresteerd. Over en weer zijn bij incidenten doden en gewonden gevallen.
Bronnen: buitenlandse persbureaus.