Ik heb in dit leven het nodige op mijn hals gehaald. Het kind in mij maakte zich al jong verantwoordelijk voor de strijd tussen twee ouders en werd in de steek gelaten. Het kind voedde zich met schuldgevoel over de situatie in het ouderlijk huis. En in de eenzame reis door ‘de grote wereld’ werden het kind en zijn wanhoop niet gezien. Het kind werd verstoten en vernederd, zoals in de situatie van het diepongelukkige joch dat werd weggestuurd van de middelbare school.
In mij huist een diep verdrongen pijn van eenzaamheid, verlatenheid, verdriet en boosheid. En daarbij (en mede daardoor?) was er een half jaar geleden sprake van ontspoorde celdeling in mijn rechteramandel en een carcinoom in de rechter lymfeklier. De lymfeklier vervulde haar poortwachtersfunctie en hield verdere verspreiding van kankercellen tegen. Medisch gezien werd gesproken over een lokale aandoening. Spiritueel gezien zag ik een duidelijk focus wat betreft te onderzoeken thematiek. Ik stond voor behandeling en voor aandacht voor wat zich liet zien.
Ik koos voor een tweesporenbeleid. Een medische behandeling voor het doden van de kankercellen en het voorkomen dat de kanker verder bezit zou gaan nemen van het lichaam waarin ik huis en tegelijkertijd spirituele coaching voor verdere heling van mijn ziel. Het ‘toeval’ wilde dat beide therapeuten, zowel de fysieke als de spirituele therapeut, luisterden naar de naam Jos. Jos -afgeleid van Jozef- met als oorspronkelijke betekenis ‘God voege toe, geve vermeerdering’. Het helingsproces voegde toe, leverde ervaringen. Het bracht diepe inzichten en vermeerderde wijsheid. Deze inzichten en wijsheid vertolkten zich in teksten en gedichten.
Verkrampingen
Met mijn boeken ‘Waar een wil is, is een omweg’ (over de zoektocht van een jongen naar zin en liefde), de bundel ‘Dichter bij de ziel’ en de roman ‘Annigje Opdevelde’ schiep ik beddingen om voorbij verkrampingen te gaan en het goddelijke te ervaren. Door de spirituele coaching tijdens mijn ziekte- en herstelproces ervoer ik hoe ik me met deze verkrampingen nog steeds onbewust identificeerde. Ik leerde dat ik meer ben dan mijn verkrampingen, meer dan het verhaal over het gekwetste jongetje, meer dan mijn eenzaamheid, meer dan mijn boosheid en mijn diep verborgen gevoel van verlorenheid in mijn jeugd. Door deze verkrampingen opnieuw te onderzoeken ontstonden er nieuwe doorgangen naar liefde. Naast de dualiteit van het zijn omarmde ik bewuster dan voorheen mijn spirituele ziel. Een ziel die liefde is, liefde wil geven en ontvangen. Ik maakte contact met mijn onrust, angst en verdriet. Ik ervoer hoe deze zich hadden vastgezet bij het keelchakra. Ik zag hoe geneigd ik ben mij in de wereld te manifesteren via de energie van de zonnevlecht, het wilscentrum: het succesvol willen zijn en de wil om een plek in deze wereld in te innemen. Ik kwam voor de vraag te staan of ik primair ga voor succes, of dat ik liefde wil uitdragen via verhalen, als uniek geschenk aan deze wereld. ‘Laat het over aan de voorzienigheid’ was een kernboodschap. Overgave werd het kernthema.
Van waarde voor het leven
Ik leerde mezelf op een dieper niveau te vergeven, te vergeven dat ik er niet altijd was voor mijn innerlijk kind. Ik leerde dat door opnieuw en dieper dan voorheen contact te maken met pijn en ongemak deze veel te vertellen hebben. Ik zag hoe mijn gevoelens van verantwoordelijkheid voor de situatie vroeger thuis een voedingsbodem vormden voor een doorgeslagen gevoel van verantwoordelijkheid voor de gemeenschap en hoe het leidde tot een patroon van ‘het voortouw nemen’. Ik leerde dat ik moest zorgen er voor mijzelf te zijn, als oergrond om van waarde te zijn voor het leven.
Ik besefte dat mijn missie om mensen te ontmoeten en bij te dragen aan hun proces van heling pas goed tot hun recht komen wanneer ik elk mens kan zien voorbij zijn pijn en mijn eigen pijn. Door voorbij de pijn, achter de pijn -op een dieper niveau- te kijken draag ik eraan bij mijzelf, anderen en de wereld te helen. Ook besefte ik dat ik op deze wijze en door mijn verhalen te vertellen help familiekarma te helen. Ik leerde dat ik niet altijd hoef te vlammen. Ik mag mijn verhalen delen, maar ik realiseerde me dat het vóór alles gaat om op een diep niveau naar anderen en naar mijzelf te luisteren.
Goddelijk kind
Ik ben krachtig zoals ik ben. Als ik op zoek ga naar waardering van anderen, maak ik me afhankelijk van krachten in de buitenwereld. Bij het onderzoeken van de wond in mijn hart zag ik dat in de plaats van het in jonge jaren verankerde idee ‘dat ik een rotkind ben’, het besef naakte dat ik een goddelijk kind ben.
Ik ben dat…
In meditatie en gebed
schuilen rust en vrede.
Maar waar huist zij,
de goddelijke liefde?
Houdt zij zich verscholen
kijk ik langs haar heen?
Waar valt zij te vinden?
De liefde van God.
Staar je niet blind
op verkrampingen in de ziel.
Je bent meer dan het verhaal
dat ze je vertellen.
Doorheen verkrampingen
manifesteert zich liefde:
In de kleur van een bloem,
het ruisen van boomtoppen,
in de glimlach van een medemens.
In elke uitgestoken hand,
in een mededogende handreiking,
in zachte woorden zonder oordeel.
Dáár huist zij, de goddelijke liefde.
Onuitputtelijk, onbegrensd,
alom aanwezig, eeuwig.
In de duizend en één verschijnselen.
Open je hart, omarm en koester het.
Het hart aanvaarden is jezelf aanvaarden.
Aanvaard het goddelijk kind in je.
Jij bént liefde: tat tvam asi.
Fred Valkering zegt
Prachtig Wouter, heerlijk om in jezelf de eeuwuge liefde te ontdekken
Peter Kampschuur zegt
Beste Wouter, je zou gebaat kunnen zijn bij de benadering van lichaamsgerichte, genezende meditatie die is aangereikt door de Nederlandse leraar Hetty Draayer. Hierbij leer je in te ademen vanuit het ‘qi-punt’ (‘chi-punt’) in het bekken, zodat je uit de ban van zonnevlecht en wil komt. In haar benadering stelt men zich ook open voor genezende energie die van rechts naar links door je heen kan stromen, zodat de rechter lichaamshelft meer wordt betrokken in het proces van loslaten en heel en één worden. Zie bijvoorbeeld haar boek ‘Meditatie, energie en bewustzijn’