Het zevende congres van de leiders van wereld- en traditionele religies in Astana heeft een beroep gedaan op de wereldleiders om een einde te maken aan conflicten en bloedvergieten in alle uithoeken van de planeet. Het congres werd bijgewoond door meer dan honderd buitenlandse afgevaardigden uit ongeveer 50 landen, waaronder vertegenwoordigers van de Islam, het christendom, het Jodendom, het Hindoeïsme, het Shintoïsme, het Taoïsme, het boeddhisme, de Baha’i en het Jainisme.
De deelnemers aan het congres bepleitten de actieve betrokkenheid van leiders van de wereld- en traditionele religies en prominente politieke figuren bij het proces van conflictoplossing om stabiliteit op lange termijn te bereiken, en deden een beroep op nationale regeringen en bevoegde internationale organisaties om uitgebreide bijstand te verlenen aan alle religieuze groepen en etnische gemeenschappen die het slachtoffer zijn geworden van schending van rechten en geweld door extremisten en terroristen, alsmede van oorlogen en militaire conflicten, aldus de mededeling.
Het eerste congres vond plaats na de gebeurtenissen van 11 september 2001 – op een moment dat de hele wereld uit elkaar begon te vallen en de radicalisering in de samenleving toenam. Het was op dat moment dat het idee ontstond om een dergelijk grootschalig evenement te houden met deelname van geestelijke leiders, dat werd gesteund door vele politieke figuren uit die periode.
Momenteel wordt gewerkt aan het actief en consequent promoten van de ideeën van het congres van leiders van wereld- en traditionele religies en de Verklaring op de internationale informatie- en intellectuele agenda, waarbij buitenlandse politici, deskundigen en journalisten bij de dialoog worden betrokken.