In het licht van de voortdurende sinisering van de Tibetanen door China, werpen de regelmatige bezoeken van de door China benoemde Panchen Lama Gyaltsen Norbu aan Tibet licht op de verborgen agenda van de Chinese Communistische Partij (CCP) om desinformatie over Tibet te verspreiden en de echte mensenrechtencrisis die zich in Tibet ontvouwt te verbergen, aldus het Tibet Rights Collective (TRC).
Norbu heeft onder leiding van de CCP talrijke binnenlandse en buitenlandse reizen gemaakt en verschillende toespraken gehouden over het boeddhisme, Tibet en China. De inspanningen van de Communistische Partij om erkenning en acceptatie te krijgen van de Tibetanen zijn echter keer op keer mislukt.
Volgens het Tibet Rights Collective wijzen berichten erop dat Gyaltsen Norbu in juli 2022 ook het Sangdingklooster bezocht, waar hij ‘de hoop uitsprak om gezamenlijk inspanningen te leveren en de nodige bijdragen te leveren aan de sinisering van het Tibetaanse boeddhisme’.
Tijdens een andere ontmoeting in augustus tijdens zijn bezoek aan het Tashilhunpo klooster zei de Panchen Lama: ‘Tibetanen moeten de Chinese Communistische Partij (CCP) dankbaar zijn’, terwijl hij de acties van de CCP in Tibet prees. Volgens een analyse van de bezoeken van Norbu verklaarde het Tibet Rights Collective dat de meeste bezoeken in de grensgebieden worden uitgevoerd door de Chinese Communistische Partij om het grensdorpensysteem te versterken en haar dominantie in de regio te doen gelden.
Na de dood van de 10e Panchen Lama begonnen de Dalai Lama en zijn omgeving een zoektocht naar de reïncarnatie van de Panchen Lama en uiteindelijk werd op 14 mei 1995 Gedhun Choekyi Nyima, een 6-jarige jongen in Tibet erkend als de 11e Panchen Lama. Kort erna werden de jongen en zijn familie- op 17 mei ontvoerd.
Bijna 27 jaar lang hebben de Tibetanen hun 11e Panchen Lama niet gezien. De Chinese functionarissen hebben de wereld alleen gezegd dat Gedhun Choekyi Nyima en zijn familie het goed maken, meldde Tibet Rights Collective. De laatste Panchen Lama, de 10e Panchen Lama bleef in de regio nadat de opstand tussen Tibet en Chinese ambtenaren was uitgebroken. Terwijl hij in de regio was, diende hij een petitie van 70.000 woorden in bij de Communistische Partij die tot zijn arrestatie leidde.