Palmolie leveranciers van biobrandstofproducent Neste zijn verantwoordelijk voor de kap van ten minste 10.000 hectare bos sinds 2019. Dat blijkt uit een onderzoek van Profundo in opdracht van Milieudefensie. Ook zijn de leveranciers betrokken bij branden, landconflicten, omkoping en schending van arbeidsrecht.
Deze bevindingen staan haaks op Neste’s bewering al jaren een van de meest duurzame bedrijven te zijn. Milieudefensie wil dat Nederland een verbod instelt op het gebruik van biobrandstoffen uit voedselgewassen, zoals palmolie en PFAD (palm vetzuur destillaat), een bijproduct van palmolie verwerking.
De onderzochte leveranciers van Neste zijn verantwoordelijk voor minstens 10.000 hectare ontbossing tussen januari 2019 en juni 2020. In de plantages van deze palmoliebedrijven zijn bijna 13.000 brandhaarden waargenomen over heel 2019. Zo is de leverancier First Resources verantwoordelijk voor 1.600 hectare ontbossing, 2.000 brandhaarden en meerdere conflicten over land met lokale gemeenschappen. Tegen Golden Agri Resources, een andere leverancier, loopt een klacht over illegale ontbossing en omkoping. Bij het bedrijf zijn ook bijna 1000 brandhaarden geteld. De informatie over de herkomst van de palmolie die Profundo heeft geanalyseerd, komt van Neste’s eigen website.
Groene belofte is gebakken lucht
Neste – de grootste biobrandstofproducent ter wereld – is eigenaar van Europa’s grootste biodieselfabriek, die in Rotterdam staat. In 2019 heeft Neste wereldwijd 1,3 miljoen ton palmolie producten verwerkt. Ter vergelijking: voor Unilever was dat 0,87 miljoen ton. Neste importeert de meeste palmolie uit Maleisië en Indonesië. De uitbreiding van plantages daar is een hoofdoorzaak van ontbossing en landconflicten. Biobrandstof uit palmolie is hierdoor drie keer zo slecht voor het klimaat als fossiele brandstof. In 2018 heeft de Europese Unie dan ook besloten dat biobrandstof uit palmolie niet duurzaam is. Ondanks dat besluit heeft Neste als doel pas in 2025 te stoppen met palmolie. Voor PFAD heeft Neste niets gepland.
Anne Wijers, woordvoerder Milieudefensie: “Het Finse oliebedrijf Neste is naar eigen zeggen al jaren een van de meest duurzame bedrijven ter wereld. Maar de palmolie die Neste verwerkt tot zogenaamde ‘biobrandstof’ is afkomstig van beruchte bosvernielers, landrovers en uitbuiters.”
Geen voedsel in de tank
Een brede Kamermeerderheid pleitte in 2017 voor een einde aan het verbranden van palmolie en soja in brandstoftanks. Ook is in het Klimaatakkoord afgesproken dat deze grondstoffen in Nederland niet gebruikt worden. In 2018 is er toch nog een levering van biobrandstof uit palm- en sojaolie gemeld bij de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEa). Zolang het kabinet de wet niet aanpast kan dit blijven gebeuren. Het toepassen van de nieuwe richtlijn hernieuwbare energie, de REDII, is kans voor de Tweede Kamer om de aanpassing alsnog door te voeren.
Anne Wijers: “Nederland wil geen klimaatbeleid dat ten koste gaat van de natuur en mensen ergens anders in de wereld en dus geen palm- en sojaolie in de tank. Het is de hoogste tijd dat de regering vaart maakt met de uitvoering daarvan.” Milieudefensie wil dat biobrandstof op basis van alle voedselgewassen wordt verboden, te beginnen met palmolie, sojaolie en PFAD.