Onlangs is een boeddhistisch geestelijke verzorger in de rang van kolonel in dienst getreden bij defensie in Nederland. Een tweede wordt naar verwachting over enkele maanden benoemd in de rang van majoor. Is boeddhisme te rijmen met het doden van mensen, waarvoor militairen uiteindelijk worden opgeleid.
In het Amerikaanse leger dienen vandaag de dag boeddhisten die als chaplains (geestelijke verzorgers) soldaten bijstaan die uit vrije wil voor het militaire bedrijf hebben gekozen, en op slagvelden de meest vreselijke dingen doen, zoals het bewust doden van mensen. Hoe is dat te rijmen met de beginselen van het boeddhisme? Dat het doden van levende wezens in alle gevallen afwijst en liefde en compassie predikt.
Zijn deze chaplains broeders in de liefde of legitimeren ze door hun bewuste en betaalde aanwezigheid in het Amerikaanse leger dood en geweld? Scharen ze zich aan de kant van de dader of is er ook compassie met de slachtoffers? Of is het boeddhisme Oil of Harlem (Haarlemmer olie), goed voor alle kwalen.
Het Amerikaanse leger telt veel militairen die vanuit hun onder meer Aziatische komaf een boeddhistische achtergrond hebben. Ze hoeven zich niet alleen te voelen en kunnen bijvoorbeeld terecht bij een boeddhistische militaire sangha. De Buddhist Military Sangha heet op zijn site http://buddhistmilitarysangha.blogspot.be/ bezoekers van harte welkom. Het is een volgens de oprichters apolitiek forum van en voor boeddhisten, die in dienst zijn van de Amerikaanse strijdkrachten.
De sangha is opgericht, zo lezen we op de site, om een positief forum te zijn voor boeddhisten die nu of in het verleden in het leger hebben gediend, en met elkaar willen praten en elkaar willen steunen. De sangha biedt meer. ‘Het erkennen en bevorderen dat de eervolle militaire dienst in overeenstemming is met het juist levensonderhoud, een aspect van het achtvoudige pad.’ De sangha wil misvattingen over het dienen in het leger ophelderen en boeddhisten en hun familieleden, die niet vertrouwd zijn met het militaire metier, bijpraten. En dan met name om de essentie te duiden van ‘religieus pluralisme en de noodzaak van diversiteit in het leger.’
Op de site is een foto te zien. Wat zien we hier, zo stelt een onbekende militair de retorische vraag, als hij een situatie op de foto aan de orde stelt. Het gaat om een op 17 juni 2012 in het Britse Manchester gemaakte opname, waarop de Dalai Lama en de boeddhistische monnik Hungtrampa Tsewang Rigzin Samdrup te zien zijn, te midden van een groep ghurka militairen. In dit geval Nepalese soldaten die al sinds mensenheugenis deel uitmaken van het Britse leger en een boeddhistische of hindoestaanse achtergrond hebben. En bekend staan als fanatieke soldaten.
De onbekende presentator legt uit. Oorspronkelijk gepost op Facebook zorgde deze opname voor nogal wat verwarring en opschudding. Veel mensen zijn blij dat de Dalai Lama de moeite neemt om met deze militairen te praten. Anderen zijn geschokt en vragen zich af waarom een zo hoog gekwalificeerde boeddhist als de Dalai Lama zich zelfs maar verwaardigd om met deze mensen om te gaan.
De presentator geeft antwoord. ‘Je kan bij het bekijken van deze foto denken aan dualisme: oorlog en vrede, geweld een geweldloosheid, burgers en militairen. In de Boeddhadharma is dat dualisme er niet. De Dalai Lama ziet hier alleen voor Boeddhadharma ontvankelijk mensen. De foto zou niet voor opschudding hebben gezorgd als de mannen rond de Dalai Lama als gevangenen of als cheerleaders gekleed waren.’
De redactie van de site brengt de foto in verband met een crimineel die in de tijd van de Boeddha leefde. Angulimala, een moordenaar die van de Boeddha zelf de dharma kreeg onderwezen. Angulimala was geen soldaat, maar volgens velen de dharma onwaardig. De Boeddha schrok daar niet voor terug. De presentator op de site: ‘De Boeddha onderwees ook de strijders in zijn tijd, maakte geen onderscheid tussen mensen en beroepen. Of lezers van de site het wel of niet eens zijn met het militaire beroep, moeten niet alle wezens de kans krijgen kennis te maken met de dharma en dan zelf een keuze te maken? Als ik kijk naar deze foto zie ik alleen een dharmaleraar met mensen die bereid zijn te luisteren naar de dharma,’ zegt de virtuele gids. ‘Hoe kan dat ooit verontrustend zijn?’
Onder een foto van een doodskist, afgedekt met een Amerikaanse vlag, ook op deze site, is de oproep geplaatst om tijdens Memorial Day veteranen uit huidige en oorlogen uit het verleden te gedenken. ‘Zullen de Boeddha’s rusten op je hoofd, de dharma op uw ogen, en de sangha, de woonplaats van alle deugden, op uw schouders.’
In de Verenigde Staten zijn diverse mogelijkheden om een opleiding te volgen als chaplain. Zoals aan het Instituut voor Boeddhistische Studies, in Berkely, Californië, waar studenten worden opgeleid voor een carrière in een hospice, gevangenis of in de strijdkrachten. Dit instituut bestaat al zestig jaar en leidt op in verschillende academische graden. Ook voor een door de Amerikaanse overheid erkende opleiding als boeddhistisch bedienaar in de Jodo Shinshu Nishi Hongwanji-ha traditie in boeddhistische gemeenschappen in Amerika.
Boeddhisme en militairisme. Vorige week zondag vierden honderden mensen met een indrukwekkende ceremonie in de boeddhistische tempel Tsuglagkhan in Dharamsala (India), in aanwezigheid van de Dalai Lama, het vijftigjarig bestaan van een Tibetaanse paramilitaire organisatie. Compleet met gebeden en boeddhistische ceremoniën. In een bericht van het persbureau ANI wordt gemeld dat het ‘vandaag de verjaardag is van het ontstaan van het Tibetaanse leger in India (sic, toevoeging van de samensteller van het bericht).’ Om welk leger het gaat wordt niet vermeld.
De mogelijkheid bestaat dat het om de zogenoemde Chushi Gangdruk gaat. Een militaire, als stay behindgroep opererende sectie met voornamelijk Tibetanen, die na de inval van China in Tibet verzetsdaden pleegden in bezet gebied. De groep bestond uit leken en monniken die in 1959 bij de vlucht van de Dalai Lama uit Tibet zijn lijfwachten waren. De groep werd in eerste instantie door de Dalai Lama en de Amerikaanse buitenlandse veiligheidsdienst CIA gesteund, maar later aan zijn lot overgelaten. Tibetaanse soldaten speelden naast en binnen het leger van India ook een rol bij het bewaken van de grens met China en het inwinnen van informatie over Chinese troepenbewegingen.
De ene boeddhist ziet in een foto het beeld van een boeddhistische leraar die aan in militaire outfit geklede mensen de dharma overbrengt. De Tibetaans boeddhistische leraar lama Zopa rinpoche zei het tijdens een teaching in april 2007 in San Francisco (USA) zo. ‘In landen waar mensen legeronderscheidingen krijgen omdat ze misschien duizenden vijanden hebben gedood, worden ze door de gewone stervelingen als helden beschouwd. Maar eigenlijk is die persoon een ‘loser’ die veel negatief karma heeft verzameld en dat zal moeten ervaren. Het resultaat is honderdduizenden levens lang te moeten lijden omdat karma expandeert en het lijden veroorzaakt voor een onvoorstelbare lange tijd in de lagere bestaanswerelden.
Als je door een andere verdienste – een positief karma – toch weer als mens geboren wordt, zul je het resultaat dat overeenkomt met de oorzaak van het doden moeten ervaren, en dan veroorzaak je weer resultaten die zoals de oorzaak zijn – weer de actie van doden, en de resultaten die met de plaats te maken hebben, al dat lijden zul je moeten ervaren. Niet slechts die ene keer, maar voor honderdduizenden levens, omdat karma zich uitbreidt. Dus dit is de werkelijkheid, je bent de grote verliezer, je wordt de verslagene.’
Ruud van Bokhoven zegt
Je zal toch als je het boeddhistisme leert kennen vegetariër worden omdat je niet wilt dat een dier voor jou wordt geslacht, hetgeen de dhamma in juist handelen door ons te onthouden van het vernietigen van leven en onder juist levensonderhoud toch duidelijk staat dat het boeddhisme een felle tegenstander is van elke vorm van oorlog en de woorden van de Dalai Lama zelf is dat er nog nooit een oorlog is gewonnen, maar heeft alleen maar verliezers gehad. Kwets op geen enkele manier je medemens en is daarmee voor mij voldoende om het boeddhisme af te scheiden van hen die zich hier wel mee inlaten.