In Thailand worden boeddhistische nonnen, als ze er al zijn, door veel monniken en hoofden van kloosters beschouwd als minderwaardige wezens, die veel goede daden moeten verrichten om in een toekomstig leven herboren te zullen worden als mannen en daardoor beter kunnen presteren. In het wit geklede ‘nonnen’ worden beschouwd als huishoudelijk personeel. De top van de boeddhistische structuur in Thailand doet er alles aan om te voorkomen dat vrouwen als volwaardige nonnen het boeddhisme kunnen praktiseren.
Terwijl de boeddhistische mannenwereld kampt met vele schandalen, corruptie en zakkenvullerij, zijn vrouwelijke kloosterlingen- of bhikkhunis in opkomst als een kracht achter hervormingen binnen het boeddhisme in Thailand. Het aantal nonnen groeit en lijkt vooruitgang te boeken. Thailand heeft zo’n honderd bhikkhunis die gewijd zijn in Sri Lanka, waar het vrouwen wel is toegestaan tot monnik te worden gewijd.
Zij en hun kloosters zijn niet wettelijk erkend in Thailand en genieten geen overheidsfinanciering en andere steun, zoals de tweehonderdduizend monniken in het land. De vrouwen leven spartaans en moeten voldoen aan 311 voorschriften van onder meer celibaat en armoede.
De vrouwen vinden het een recht een volledig monastiek leven te leiden. De door mannen gedomineerde religie heeft enorme schade ondervonden door het plegen van misdrijven en grove schendingen van geloften, in de afgelopen jaren. Zoals het doden van dieren en handel in wild en een buitensporige levenswandel. De Hoge Raad van de Sangha, de boeddhistische religiepolitie, ligt onder vuur vanwege de slechte aanpak van corruptie door prominente abten, onder wie een van haar eigen leden. Zoals verduistering van middelen die bestemd zijn voor de crematie van een abt en de investering van 1.2 miljoen dollar in aandelen, geld afkomstig van donaties.
Dit, wat genoemd wordt, chequeboek boeddhisme, is de reden dat het Thais parlement aandringt op het terugdringen van de bijna totale autoriteit van de Hoge Raad en een betere controle op de vier miljard dollar aan jaarlijkse donaties aan kloosters. Het bestrijden van corruptie binnen het boeddhisme kan ook worden tegen gegaan in de nieuwe Grondwet van Thailand. De rol van vrouwen in het boeddhisme is ook aanleiding tot een debat op nationaal niveau.
De boeddhistische geestelijkheid kan niet langer aarden in een gesloten, feodaal systeem dat in strijd is met universele normen en waarden, stelt een hoofdartikel in de Bangkok Post. In plaats van het verpletteren van aspiraties van vrouwen moet die top zich concentreren op het schoonmaken van het eigen huis en het afnemend vertrouwen van het publiek.
Bron BNN.
Sjoerd zegt
Gaat indirect dit ook over het oorspronkelijke “spirituele” thuisfront waarin ooit Metavihari zijn persoonlijke en “spirituele” vorming ontving, die hij als fundament voor zijn activiteiten in Nederland gebruikte?
Dat zou in combinatie met zijn persoonlijke omstandigheden als kind een hoop verduidelijken over achtergrond en oorzaken.
Naast een kritische beschouwing van zijn criminele en seksuele activiteiten, is er dan ook nadrukkelijk aanleiding voor grote compassie met kinderen die in een dergelijke “boeddhistische” omgeving spiritueel en als mens volwassen moeten worden.
Dit geldt ook voor de bevolking die hier door geschaad werd en wordt. Leken in Thailand en in Nederland.
Ik ben benieuwd wie in deze context iets over het “karma” van deze situatie kan verduidelijken.
Het lijkt mij zeker voor de door deze man in Nederland benoemde “leraren” een opgave hun plaats in deze dynamiek van “karma” toe te lichten.
(Een zeer discutabele en twijfelachtige benoemingen reeks.)
Ik hoop dat de Thaise “boeddhistische” uitwassen na compostering uiteindelijk leiden tot bloemen van vrije vrolijke vrouwelijke boeddhisten in Thailand en een gezonde zelfreinigende bloeiende boeddhistische cultuur in Nederland.
Arjan Schrier zegt
De redactie doet een aantal boude uitspraken
-vrouwen gezien als minderwaardige wezens
– gezien als huishoudelijk personeel
Deze uitspraken zijn volgens mij te stellig en generaliserend.
Mijn ervaringen zijn ebaseerd op bezoeken aan de vihara’s in Purmerend en Lede. Maar het lijkt me stug dat de bovenstaande voor alle wat’s in Thailand gelden.
Er zijn Mae chi’s (=in het wit geklede dame, geen non maar een leek met 10 oefenvoornemens voor deugdzaamheid, dasa sila) die zeer gerespecteerd worden.
Het huishoudelijk werk (waar in het artikel op neer gekeken wordt?) wordt zowel door mannen maar grotendeels door vrouwen gedaan. Dat er gekookt wordt in een klooster schijnt pas rond ’50 in Thailand te gebeuren. Daarvoor werd het voedsel altijd buiten de deur bijeen gebedeld, of in een woonhuis aangeboden. Maar dan nog is het erg dat vrouwen koken voor bhikkhu’s? De Thaise vrouwen die ik spreek vinden het een heel belangrijke en blije en gunstige gelegenheid om goede daden te verrichten. En doen dat volledig uit vrije wil.
In de vihara’s komen vrouwen overigens niet in de bhikkhu verblijven om die te kuisen.
In het artikel staat ook:
– tegenwerking om non te worden
Er is tegenwerking door de Boeddhistische nationale autoriteiten. Overigens bestaat er voor diezelfde “autoriteiten” geen grond in de bhikkhu-vinaya, de orde regels voor mannelijke bedelmonniken. De misstanden zouden idealiter binnen een en dezelfde vihara (verblijfplaats) afgehandeld dienen te worden.
Er is ook tegenwerking vanuit de thaise vrouwlijke lekevolgelingen, heb ik me laten zeggen. Zij zien daar niks in.
Het is een goede zaak om onderscheid te blijven maken tussen alledaagse zaken en de werkelijkheid van het verheffende achtvoudige pad, dat wegleidt uit de alledaagse zaaken. Dat pad is even a-sexueel als het leed, het opkomen daarvan en het wegvallen daarvan. En nibbana is ook onzijdig.
Gewetensvol leven (http://www.palikanon.com/english/wtb/g_m/hiri_ottappa.htm)zijn niet per se vrouwlijk. De auteurs wilden wellicht een prikkelend stuk schrijven door dat wel zo te formuleren. In mijn geval is dat gelukt :-)
Maar goed, er lopen een aantal discusies door elkaar heen. Een langere gedachten uitwisseling is hier ook geweest:
https://boeddhistischdagblad.nl/10380-bosmonniken-thailaind-wonen-nu-in-wildreservaten/
Arjan Schrier zegt
Aanvullend op mijn op merking dat “Thaise vrouwen daar (in nonnen) niks in zien”.
Ik heb dat aan drie Thaise vrouwen gevraagd in wat metta in Purmerend. De antwoorden kan ik als volgt zo authentiek als ik het me kan herinneren combineren:
Dit is een geloof van vrijheid. Dat in wit geklede vrouwen huishoudelijke dingen doen voor bhikkhu’s klopt wel maar is niet gedwongen. Op het kloosterterrein verblijven ze in apparte gebouwen.
Vroeger waren de monnikken hoog en de vrouwen (en mannen?) laag. Nu is dat verschil minder.
Vrouwlijke nonnen zijn nog een beetje onwennig.
De mannier om non te worden is eerst Mae chee (vrouw in het wit gekleed), met haar. Dan moet je naar Thailand en gaat je haar eraf. Hoe verder is niet ter sprake gekomen.
Ik hoorde van iemand anders dat de leken aan de weinige nonnen wel voedsel geven. Ze beoordelen daarbij de zuiverheid van een recipient. De monnikken willen hierbij nog wel eens aan het kortste eind trekken en de hond in de pot vinden.