Business happiness is nogal een buzzword de laatste tijd; geluk is enorm in zwang in het bedrijfsleven. Het is niet overdreven het zelfs het nieuwe ‘groen’ te noemen.
Nu ‘groen’ verworden is tot een categorievoorwaarde voor bedrijven en dus niet of nauwelijks onderscheidend meer is ten opzichte van anderen, profileren bedrijven zich steeds vaker gretig met het kwaliteitskeurmerk van gelukkige werkplekken; wat gelukkig is dat moet wel goed zijn…
Omdat geluk ook in mijn maatschappelijk meedogende ondernemingsbenadering nogal een prominente plaats inneemt heb ik maar eens wat vergelijkend warenonderzoek gedaan en ben ik in de business happiness materie gedoken, door er talrijke boeken, artikelen en blogs over te lezen. Het werd een confronterende ontdekkingstocht. Het waren stuk voor stuk inspirerende boeken, artikelen en blogs over hoe je werk plezieriger, gezelliger, socialer, harmonieuzer, zinvoller kunt maken. Maar geen van de dingen die ik las ging over geluk. Ik herkende helemaal niets in wat ik las over geluk en het reilen en zeilen van gelukkige bedrijven. Het kwam totaal niet overeen met wat ik in de loop der jaren over geluk heb geleerd van mijn boeddhistische leraren en van de grootste leraar aller leraren: het leven.
Gelezen:
Delivering Happiness – Tony Hsieh
De Organisatie van Geluk – Alex van den Berg
Gelukkig Werken – Onno Hamburger & Ad Bergsma
Great to Cool – René Boender
Peak – Chip Conley
The Business of Happiness – Ted Leonsis
The Happiness Advantage – Shawn Achor
The Happy Manifesto – Henry Stewart
What Happy Companies Know – Dan Baker
Wat afbakening en definiëring van het begrip geluk betreft ben ik een boeddhistisch purist. Niet omdat ik een of andere religieuze dogmaticus ben, maar omdat ik mijn lijden heb leren begrijpen, en daarmee mijn geluk – mijn échte geluk – heb leren aanraken. Het boeddhisme maakt een fundamenteel onderscheid tussen 2 dimensies van geluk: de Lokiya dimensie en de Lokuttara dimensie. Ik heb door schade en schande het gigantische verschil tussen beiden geleerd. Ik heb mijn louterende lesje geleerd. Ik heb lang geprobeerd om mezelf door middel van werk gelukkig te maken. Na de drank en drugs uit mijn school/studietijd, werd werk mijn verslaving. Ik stortte me na mijn depressie op mijn werk.
Dat ging me goed af. Ik was succesvol, verdiende veel geld, had een afwisselende internationale, baan, gaf leiding aan een leuk team, kreeg alom erkenning, kreeg alle ruimte om mijn ideeën uit te spreken en uit te werken, en ervoer het ontwikkelen van allerlei nieuwerwetse marketingmethoden als buitengewoon zinvol. Ik had – zacht uitgedrukt – een plezierig professioneel leven. Ik zou zelfs zweren dat ik gelukkig was. En toch. En toch voelde ik me nooit écht gelukkig.
Er was altijd een onbehagelijk, onrustig gevoel. Iets klopte er niet. Logisch. Mijn ziekteverleden dat door m’n depressie zichtbaar en vooral voelbaar was geworden, werd niet verder verkend en verwerkt – daar had en/of nam ik geen tijd voor – maar slechts gecompenseerd. Maar de realiteit lag daar natuurlijk onverminderd – roerloos – te liggen. Wachtend om gehoord, gezien, geaccepteerd te worden. Elke keer als het plezier wegebde, kwam onherroepelijk en onvermijdelijk de pijn. En dus ging ik nóg harder werken, nóg meer geld verdienen, nóg meer mensen leiding geven, nóg meer verantwoordelijkheden dragen, en nóg meer erkenning en zingeving zoeken.
Pas toen het me bij EMI Music voor de eerste keer professioneel niet langer voor de wind ging – ik moest mensen ontslaan vanwege slechte resultaten – en ik niet langer in staat was om pijn met plezier te compenseren, en/of mijn binnenwereld met de buitenwereld te compenseren, manifesteerde zich écht geluk. Het was het onverwachte cadeau dat ik kreeg – vond eigenlijk – toen ik eenmaal ophield met het najagen van plezier en koos voor het oordeel-loos omarmen van de pijn. Die pijn bleek – eenmaal onthecht van een vernietigend oordeel – een ongekende schoonheid, vredigheid en gelijkmoedigheid te herbergen die ik nog nooit eerder had ervaren. Het licht ging aan. Voor het eerst ervoer ik wat het is om volledig te zijn met wat er is. Oftewel: ik ervoer geluk… écht geluk! En… shit… wat was dat anders dan dat wat ik tot dan als geluk had ervaren.
De eerdergenoemde Lokiya dimensie draait om ‘werelds’ geluk. In het boeddhisme wordt dit geluk ook wel ‘relatief geluk’ genoemd. Het gaat om het geluk dat wordt ervaren bij gunstige, externe levensomstandigheden: een goede gezondheid, een fijne geliefde, een harmonieus gezin, een mooi huis, een snelle auto, een nieuwe iPad, een gezellige vriendenkring, een goede baan, een mooi salaris, een heerlijke vakantie, een compliment, een overwinning…. Wees eerlijk; u kunt/zult uw geluk in deze opsomming herkennen. Toch?! Vraag iemand waarom hij/zij gelukkig is, en je krijgt een opsomming in de trant van bovenstaande. Ik ben gelukkig omdat…. En dan hoor je wat je allemaal aan gunstige omstandigheden ‘bezit’. Iedereen kent het – heerlijke en soms zelfs euforische – gevoel dat je aan het hebben van deze – gunstige – omstandigheden kunt ontlenen.
Dat maakt Lokiya tot een voorwaardelijke en afhankelijke vorm van geluk; het is er alleen als er voldaan wordt aan bepaalde omstandigheden. Het bestaat bij gratie van de identificatie met de – gunstige – omstandigheden. Neem de proef maar eens op de som. Pak de bovenstaande opsomming er maar weer eens bij en kijk eens of u nog steeds gelukkig bent als één of meerdere van de gunstige omstandigheden wegvallen. Bent u nog steeds gelukkig als u gezondheid u in de steek laat? Of als u geen partner heeft? Of als u die goede baan verliest? Wees eerlijk; uw antwoord zal zeer waarschijnlijk zijn dat u minder gelukkig zult zijn en/of misschien zelfs wel ongelukkig.
De Lokuttara dimensie daarentegen draait om ‘onwerelds’ geluk. Het wordt ook wel ‘absoluut geluk’ genoemd. Het gaat hierbij om een vorm van geluk die onafhankelijk en onvoorwaardelijk van externe omstandigheden bestaat; innerlijk geluk dat ontstaat door de realiteit te leren (h)erkennen en hier op een vaardige manier mee om te gaan, door volledig te zijn met wat er is. Het is er gewoon altijd. Zonder dat je er iets voor hoeft te bezitten.
Vanuit boeddhistisch perspectief vertegenwoordigt eigenlijk alleen de tweede dimensie – Lokuttara – écht geluk. De eerste dimensie vertegenwoordigt feitelijk gezien plezier of genot. Dat klinkt als een onschuldige spraakverwarring – plezier of genot versus geluk – maar dat is het niet. Het verwarren of gelijkstellen van de twee is namelijk niet minder dan de bron van al – en dan bedoel ik ook AL – het menselijke lijden. Alhoewel we als mensen namelijk allemaal gelukkig willen zijn, is het een mission impossible om geluk te vinden in plezier en genot. Geluk is niet maakbaar of manipuleerbaar. Plezierige zaken veroorzaken weliswaar onmiskenbaar een lekker gevoel, maar u zult herkennen dat dit gevoel tijdelijk van aard is en – hoe hard u ook probeert het vast te houden – op termijn vanzelf weer wegebt. Waarna we weer op zoek moeten naar nieuwe plezierprikkels die ons dat lekkere gevoel geven.
Daarnaast biedt het leven onmogelijk alleen maar plezierige momenten. Pijnlijke momenten zijn een onlosmakelijk onderdeel van ieders leven. Er is niks mis met die pijn, maar als we ons er tegen verzetten verandert het onvermijdelijk in lijden. Kortom: geluk bouwen op plezierige, externe omstandigheden is bouwen op drijfzand. Het is gedoemd te mislukken. Het is onrealistisch. Het congrueert niet met de realiteit. En tóch is dat wat het leeuwendeel van de mensen doet om gelukkig te zijn. We rennen massaal achter plezier aan en proberen de prikkels te bestendigen. We proberen massaal de realiteit te manipuleren, zodat pijn ons niet langer kan bedreigen en ons louter plezierige dingen overkomen. Tevergeefs natuurlijk. Want de onbestendige realiteit laat zich niet manipuleren en/of controleren.
Lijden wordt veroorzaakt door het op de verkeerde manier omgaan met de onbestendige realiteit. Lijden is niet meer dan plezier of pijn + het vernietigende oordeel daarover. L = P/P + O. Geluk – écht geluk – ontstaat na de liefdevolle, meedogende, gelijkmoedige omarming van de realiteit in al zijn facetten; plezierig én pijnlijk. Zonder oordeel dus. G = P/P – O. Er is niks mis met plezier zolang je er maar niet aan hecht en er is niks mis met pijn zolang je er maar niet tegen vecht. Geluk is geen – voorwaardelijke – euforische staat waarin mensen verkeren omdat de externe omstandigheden plezierig zijn en het leven gunstig gaat. Geluk is een – onvoorwaardelijke – vredige staat waarin mensen verkeren omdat ze de – onbestendige – realiteit van het leven inzien en hiernaar handelen.. Geluk staat in het boeddhisme gelijk aan realiteitszin, en is een 100% inside job.
En daar zit de wrijving die ik ervaar bij business happiness. Alles wat ik gelezen, gezien en gehoord heb, lijkt te focussen op de Lokiya dimensie. Het gaat allemaal over het creëren van plezierige (werk)omstandigheden. Het is één en al afhankelijkheid en voorwaardelijkheid. Het gaat er allemaal vanuit dat werk gelukkig kan maken – dat geluk maakbaar is – áls de (werk)omstandigheden maar kloppen. Gelukkig werken – zo wordt gesteld – is een kwestie van de bevrediging van de Mazlowiaanse:
- fysieke behoeften (een goed salaris, een veilige, fijne werkplek, een gezonde werk-privé balans…),
- emotionele behoeften (goed leiderschap/management, realistische doelstellingen, stabiele bedrijfsvoering, een baan met toekomstperspectief, succes…),
- sociale behoeften (goed contact, fijne collega’s, harmonieus management, sfeer van verbondenheid en samenhorigheid, gelijkwaardigheid, open communicatie, open organisatie…),
- mentale behoeften (respect en waardering voor werkzaamheden, afwisselend, autonoom en uitdagend werk, vrijheid…),
- spirituele behoeften (zinvol werk, een optimale match tussen persoonlijkheid en competenties van de medewerker en de te verrichten werkzaamheden, de mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen en ontplooien…)
Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat bovengenoemde – plezierige – zaken positief bijdragen aan het bedrijfsresultaat, en ik maak zelf ook gebruik van een zo maximaal mogelijke bevrediging van medewerkersbehoeften bij mijn purpositioning aanpak, maar dat verandert niets aan het keiharde feit dat plezier of genot en geluk twee – totaal – verschillende dimensies vertegenwoordigen. Werk kan mensen helemaal niet écht gelukkig maken. Werkomstandigheden hebben helemaal niets – en dan bedoel ik ook helemaal niets – met de oorzaken van écht geluk te maken. Mensen kunnen alleen werk gelukkig maken. Of liever gezegd: mensen kunnen de kunst verstaan om (ook) op hun werk gelukkig te zijn.
Geluk ontstaat niet door behoeftebevrediging, maar door behoeftebeëindiging of bevrijding. Geluk ontstaat niet door gunstige externe omstandigheden. Geluk is de gelijkmoedige onthechting van het plezier en/of de pijn van het leven en het werk. Geluk is het vermogen om voorbij de wereld van – veroordelende – egoïstische gedachten, gevoelens en gewoonten mee te drijven op de realiteit. Geluk is zelfrealisatie; het maximaal congrueren met de realiteit. Geluk bevindt zich in het behoefte-loze, doelloze, betekenisloze,, oordeel-loze, dualiteit-loze, zinloze en ego-loze domein wat boeddhisten ‘Het Boeddhaveld’ noemen; dat pas begint voorbij de top van de Mazlow piramide.
Dat brengt me op een volgend punt wat me is opgevallen tijdens het lezen over business happiness. Er wordt niet alleen van alles beweerd over de – vermeende – maakbaarheid van geluk, maar ook over de – vermeende – meetbaarheid. Er zijn allerlei mensen die beweren dat geluk meetbaar is. Ik ben het daar volledig mee oneens. Geluk is wat mij betreft volstrekt onmeetbaar. En onmetelijk. Het is – net als bijvoorbeeld liefde – ongrijpbaar. Dat maakt het wat mij betreft niet minder reëel. Geluk is hartstikke reëel. Het is alleen geen kwestie van empirie maar van ervaring. Het is geen kennis maar wijsheid. Je kunt het niet duiden in een getal of percentage. Je kunt er wel allerlei woorden aan wijden en vragen over stellen, maar geen van de woorden of vragen geven een écht representatieve inzage in de betekenis van het begrip, omdat heel veel mensen het niet of verkeerd begrijpen.
Heel veel mensen zeggen dat ze gelukkig zijn, maar bedoelen eigenlijk dat de omstandigheden in hun leven plezierig zijn. Ze associëren geluk met het ‘bezitten’ van die omstandigheden. Je weet pas wat geluk is als het er is. En als het er is, is het niet of nauwelijks onder woorden te brengen; laat staan te meten. Geluk is wat mij betreft alleen waar te nemen in de vorm van wijs, vaardig gedrag; menselijk gedrag dat zichtbaar congrueert met de realiteit en daarom herkenbaar deugdzaam – dienstbaar en/of duurzaam – is. Daarom geloof ik wél in de indexering van het Bruto Nationale Geluk zoals dat in Bhutan dat gebeurt. Het inventariseert geen – subjectieve – meningen en oordelen, van mensen die plezier of genot en geluk door elkaar halen, maar brengt – objectieve – resultaten en omstandigheden van gelukkig handelen in kaart.
Om misverstanden te voorkomen wil ik voorstellen om voortaan een onderscheid te maken tussen business pleasureness en business happiness.
Business pleasureness draait dan om het bewerkstelligen van alle manipuleerbare facetten die het werk voor medewerkers plezieriger maken. Het bevredigen van fysieke, emotionele, sociale, mentale en spirituele behoeften staat centraal. Daar is helemaal niks mis mee. Sterker nog: plezierige werkomstandigheden hebben een gunstige invloed op de bedrijfsresultaten – maar men dient er wel rekening mee te houden dat de mate van controle en de effecten van plezier slechts zeer beperkt – relatief – zijn. Plezier is onbestendig. Het maakt medewerkers en bedrijven daarom nooit écht gelukkig.
Business happiness draait dan om het bewerkstelligen van alle manifesteerbare facetten die het leven voor mensen gelukkiger maken. Het is belangrijk om daarbij de kanttekening te maken dat managers hun medewerkers niet gelukkig kunnen maken. Dat moeten mensen helemaal zelf doen. Managers kunnen daar wel bij helpen. Door medewerkers de mogelijkheid te geven om – op het werk – maximaal mens te zijn, en de voor geluk heilige drie-eenheid van zelfobservatie, zelfcompassie en zelfassimilatie te faciliteren. Door een leraar te zijn. Niet door medewerkers de les te lezen, maar door te delen wat hen leven hen – als mens – aan louterende levenslessen heeft geleerd. Dat is wat ik lijderschap noem; het leiding geven aan het lijden als belangrijkste onderdeel van de bedrijfsvoering.
Voor lijders bestaat het succes van een bedrijf niet bij gratie van maximale winstgevendheid, productiviteit of effectiviteit, noch bij gratie van een maximaal plezierige werkplek. Lijderschap draait om het bieden van een realistische leidraad, waarmee mensen in staat worden gesteld om – zelfstandig – hun illusionaire – en daarmee lijden veroorzakende – zienswijzen, denkwijzen en handelswijzen te kunnen beëindigen. Het gaat hier om een reeks wijsheden en vaardigheden die bestendigheid in de volstrekt onbestendige realiteit creëren, die ik heb opgesomd in de realitycheckilst: handelingen die mensen maximaal laten congrueren met de realiteit: aandachtigheid, dankbaarheid, tevredenheid, vrijgevigheid, verbondenheid, aansprakelijkheid, gelijkheid, meedogendheid, liefdevolle vriendelijkheid, egoloosheid, dienstbaarheid, onbestendigheid, gelijkmoedigheid, positiviteit en naïviteit. Door ontwaking van deze – in ieder mens aanwezige – kwaliteiten, kan en zal Lokuttara ontstaan.
Ik hoor u denken; dat échte geluk is allemaal leuk en aardig, maar wat heb je daar in godsnaam aan als ondernemer of manager? Wat schiet ik als ondernemer of manager op met écht gelukkige medewerkers? Nou…
- Gelukkige medewerkers hebben een enorme betrokkenheid bij hun bedrijf en vertonen daardoor maximale productiviteit en loyaliteit
- Gelukkige medewerkers zijn maximaal mens. Bedrijven zijn nooit meer dan mensenwerk. Het maximaal weten benutten van het beschikbare menselijke potentieel staat gelijk aan het maximaal haalbare bedrijfsresultaat
- Gelukkige medewerkers zijn onverstoorbaar. Ze laten zich niet beïnvloeden door omstandigheden, zijn niet gehecht aan voorspoed of tegenslag, en halen daarom onder álle omstandigheden het maximale potentieel uit zichzelf
- Gelukkige medewerkers hebben álle tijd, energie en aandacht voor de behoeften van de ander omdat ze hun eigen behoeften hebben beëindigd; omdat ze zichzelf – of eigenlijk omdat ze hun zelf – hebben bevrijd. Aangezien elk bedrijf bestaat bij gratie van de wederzijdse afhankelijkheid met ‘de ander’ – de stakeholders – is een maximale externe gerichtheid en dienstbaarheid goed voor de business
- Gelukkige medewerkers (h)erkennen de onmetelijke, overvloedige – in plaats van schaarse – realiteit van geluk en hebben daarom de natuurlijke neiging deze met anderen te delen, waardoor het maatschappelijke mededogen vanzelf vloeit
- Gelukkige medewerkers verliezen zich volledig in hun werk omdat ze in het hier & nu verkeren en het hier & nu is het enige échte moment waarop zaken kan worden gedaan. – Gelukkige medewerkers zijn gezegend met gezond verstand, waarmee ze hoofdzaken van bijzaken en feiten van wanen weten te scheiden, waardoor ze hun tijd, energie en aandacht niet verdoen en maximaal effectief kunnen werken.
Business Pleasureness <-> Business Happiness Lokiya Lokuttara Plezier/Genot Geluk Euforie Vrede Externe focus Interne focus Voorwaardelijk Onvoorwaardelijk Omstandigheden Wijsheden, vaardigheden Behoeftebevrediging Behoeftebeëindiging Manipuleren Manifesteren Leiderschap Lijderschap