Pensioenfonds PGB heeft besloten om niet langer te beleggen in bedrijven die vuurwapens verkopen aan burgers. Hiermee geeft het pensioenfonds verder invulling aan de wens van zijn deelnemers om niet te beleggen in wapens.
Niet beleggen in bepaalde bedrijven wordt ook wel ‘uitsluiten’ genoemd. Na een enquête over verantwoord beleggen onder deelnemers in 2016 besloot Pensioenfonds PGB om zijn uitsluitingsbeleid uit te breiden. Dit heeft er inmiddels toe geleid dat vanaf 2017 het aantal controversiële wapens waarin niet mag worden belegd, is uitgebreid. Ook wordt sinds vorig jaar niet meer belegd in tabaksproducenten.
Alhoewel veel deelnemers (zo’n 85 procent) liever niet zien dat hun pensioengeld is belegd in de wapenindustrie, is er tegelijkertijd begrip dat het leger en de politie over wapens moeten kunnen beschikken. De zorg richt zich naast controversiële wapens vooral op vuurwapengeweld in de publieke ruimte, zoals op scholen. Het was tot nu toe echter erg moeilijk om invulling te geven aan die zorg via het beleggingsbeleid. Daarin is sinds kort verandering gekomen.
Schietincidenten
De aanleiding voor de verandering zijn de vele ernstige schietincidenten in de Verenigde Staten. Bij een aantal Amerikaanse pensioenfondsen is discussie ontstaan over beleggingen in wapenproducenten en -verkopers die zich specifiek richten op de burgermarkt. Dat heeft ertoe geleid dat het bureau waarmee PGB samenwerkt om haar uitsluitingsbeleid uit te voeren, de mogelijkheid heeft gecreëerd om te screenen op wapens voor gebruik door burgers.
Het bestuur van Pensioenfonds PGB heeft besloten die nieuwe screeningsmogelijkheid te gaan toepassen. Dit betekent dat aandelen in bedrijven die wapens verkopen aan burgers van de hand worden gedaan en dat deze bedrijven op onze uitsluitingslijst komen. Hieronder bevinden zich twee Amerikaanse supermarktketens.