Herinnering
Elke avond draaide hij zijn rondjes
alvorens kreunend te gaan liggen.
Zijn voorhoofd was laag,
hij was maar een hond.
Maar als zijn voorhoofd
geen verdieping had,
waar huisde dan de herinnering
die hem nimmer zou verlaten,
die hem altijd bij zou blijven,
aan die auto
met die aanhangwagen
die hem aanreed
toen hij nog een jonkie was,
waarna hij met bebloede kop
naar huis vloog
om voortaan,
een hondenleven lang,
bij elke aanhanger die hij in de verte
achter een auto hoorde rammelen
te verstijven van de schrik?
Tekst Auke Leistra.