Het weidsheidsoog.
Leerling: Wat is het wezen van de blik?
Meester: Vernauwing.
Leerling: Wat als je je blik verruimt?
Meester: Uiteindelijk?
Leerling: Uiteindelijk.
Meester: Niet-weten.
Leerling: Wat is niet-weten?
Meester: De wijsheid voorbij.
Leerling: De wijsheid voorbij alle wijsheid, zal u bedoelen.
Meester: Nee, dat is weer vernauwing.
Leerling: Maar het wijsheidsoog ziet toch alles?
Meester: Nee, alleen het weidsheidsoog ziet alles.
Leerling: Waarom ziet het wijsheidsoog niet alles?
Meester: Omdat het verblind is door zijn eigen wijsheid.