Over ikdoenerij en dikdoenerij.
Non-dualisme is geen aangenomen kennis maar verworven onwetendheid. Geen dode leer maar een lege leer. Reken dus niet op een ommekeer, voorlopig niet.
Je mentale thuis staat als een huis. Het mijne stond als een fort. Dikke muren, steunberen, schietgaten. Ik bouwde eraan terwijl ik het afbrak, dat schoot niet op.
Non-dualisme is demonteren, ontmantelen, slopen. Vragen en doorvragen tot je bij God niet meer weet hoe alles nog heet.
Precies op dat moment wordt dvaita advaita, veda vedanta, dualisme non-dualisme, dualiteit non-dualiteit.
Precies op dat moment zit je alweer vast.
Vast in het onderscheid tussen dvaita en advaita, veda en vedanta, dualisme en non-dualisme, dualiteit en non-dualiteit.
Vast in je nieuwe identiteit van non-dualist, van de kenner van het gekende, van het ware, universele zelf.
Vast in het verhaal van je zogenaamde realisatie.
Precies op dat moment wordt spiritualiteit ikdoenerij, dikdoenerij, dwingelandij. ‘Kijk mij, ik ben vrij, nu jij!’
Non-dualisme als egotrip.