De Nacht als Hoogste Werkelijkheid.
Tijdens de Nacht van de Verlichting draagt Meester Minder een gedicht voor in de categorie ‘De Hoogste Werkelijkheid’.
Hij neemt plaats op het spreekgestoelte, stelt de microfoon af, schraapt zijn keel, recht zijn rug en haalt zijn schouders op.
Met een knikje bedankt hij het publiek en verlaat het spreekgestoelte.
Later die nacht draagt de meester nog een gedicht voor, ditmaal in de categorie ‘Wat is verlichting nu echt?’
Hij zegt: De Nacht.
Met een knikje bedankt hij het publiek en verlaat het spreekgestoelte.
De volgende ochtend maakt de meester zijn opwachting in de Ontbijtshow. Na de plichtplegingen vraagt de gastvrouw hem of hij niet beter helemaal had kunnen zwijgen.
Meester: Waarover?
Gastvrouw: De Hoogste Werkelijkheid.
Meester: De wat?
Gastvrouw: Wel een beetje meewerken, hè.
Meester: Ik heb toch niks gezegd?
Gastvrouw: U hebt uw schouders toch opgehaald?
Meester: En?
Gastvrouw: Dat had u ook kunnen laten.
Meester: Mij te veelzeggend.
Gastvrouw: Wilt u op deze wijze de mind aan de kaak stellen?
De meester haalt zijn schouders op.
Na de reclame vraagt de gastvrouw hem of De Nacht eindig of oneindig is.
Meester: Welke nacht?
Gastvrouw: Komt er ooit een eind aan?
Meester: Komt er ooit een eind aan de Ontbijtshow?
De gastvrouw haalt haar schouders op.
Nou dan, zegt de meester.