Meester Minder oefent voor antwoordapparaat.
Leerling: Waaraan herken je de verlichte?
Meester: De wat?
Leerling: Waarom geeft u niet gewoon antwoord?
Meester: Dat was mijn antwoord al.
Leerling: Maar waaraan herken je dan de verlichte?
Meester: Geen idee.
Leerling: Waarom geeft u verdorie geen antwoord?
Meester: Dit is verdorie mijn vierde antwoord al.
Leerling: Volgens mij wilt u gewoon geen antwoord geven.
Meester: Volgens mij wil jij gewoon geen antwoord nemen.
Leerling: Nu weet ik nog niet waaraan je de verlichte herkent.
Meester: De wat?