Meester Minder schiet te hulp.
Leerling: Bent u verlicht?
Meester: In zekere zin.
Leerling: In welke zin?
Meester: Als een konijn in de lamp van een stroper.
Leerling: Hoe bedoelt u?
Meester: Verblind en hulpeloos.
Leerling: En dat wou u verlicht noemen?
Meester: Mij niet gezien.
Leerling: Wie dan wel?
Meester: De stroper?