Eenentwintigste van tweeëntwintig metaforen voor spirituele verlichting.
‘Wat moet ik me voorstellen bij verlichting, Hans?’
‘Geen idee.’
‘Het einde?’
‘Hè?’
‘Nietiging, ontwording, zelfvergetelheid, de grote dood, het einde der tijden, de apocalyps, het eschaton of zo?’
‘Hoe bedenk je het.’
‘Jouw wereld is niet verloren gegaan?’
‘Ook dat is voorbij.’
‘Jouw tijd is niet tot stilstand gekomen?’
‘Ook voorbij.’
‘En je eigen einde?’
‘Voorbij.’
‘En het voorbijgaan?’
‘Allemaal voorbij.’
‘Wat moet ik me dan voorstellen bij verlichting?’
‘Geen idee.’