In niet-weten ben je niet vrij van gedachten.
Het is niet stil van binnen.
Je geest is niet leeg.
Er zijn niet alleen maar goede gedachten.
Of mooie.
Of diepe.
Zijn er gedachten dan zijn er gedachten.
Zijn ze er even niet dan zijn ze er even niet.
Zijn ze er helemaal niet meer dan ben je dood.
Maar welke gedachte er ook in je opkomt, je weet niet wat je ervan moet denken.
Dus denk je daar maar aan.
Je geeft het zelfs een naam.
Niet-wetend wat je ervan moet denken.