Linji ging naar Guishan met een brief van Huangbo. Yangshan, die op dat moment voor gastheer speelde, nam de brief in ontvangst. Hij zei: ‘Deze is van Huangbo, maar waar is die van de bode?’ Linji gaf hem een draai om zijn oren. Yangshan zei: ‘Dat is klare taal.’
Samen gingen ze naar Guishan. ‘Hoeveel leerlingen heeft mijn confrère Huangbo?’ vroeg deze. ‘Zevenhonderd.’ antwoordde Linji. ‘Klaar is hij ermee. Wie is hun leider?’ ‘Hij heeft u zojuist een brief bezorgd. Hoeveel leerlingen hebt u zelf, eerwaarde?’ ‘Vijftienhonderd’ zei Guishan. ‘Klaar bent u ermee’, zei Linji. ‘Wacht maar’, zei de meester. Lachend namen ze afscheid.