Meester Linji zegt:
Wegenwachters komen van heinde en verre naar mij toe. Ze zijn er in soorten en maten, maar vanuit het perspectief van de leraar heb je gewone leerlingen en ongewone.
Gewone leerlingen zijn goed, beter of best. De goede leerling ontneem ik zijn zekerheden maar niet zijn leer. De betere leerling ontneem ik zowel zijn zekerheden als zijn leer. De beste leerling ontneem ik noch zijn zekerheden noch zijn leer.
Ongewone leerlingen plaats ik niet in een categorie en benader ik niet op een vooropgezette wijze. Ze zijn sneller dan de wind en lichter dan een veertje.
Een gewone leerling, hoe goed ook, hoeft maar met zijn ogen te knipperen of hij is al gezien. Hij hoeft maar met zijn geestesoog te knipperen of hij ziet al dubbel. Er hoeft maar een gedachte langs te komen of hij fladdert er als een koolwitje achteraan.
De mens van de buitencategorie ziet het met zijn ogen dicht. Hij doorziet het duister en het licht.