‘Terwijl zen in werkelijkheid alleen maar zo verschrikkelijk moeilijk lijkt omdat het zo verschrikkelijk makkelijk is.’ Tweede van acht inleidingen van Niet om door te komen! De Poortloze Poort.
Zen zin, zen onzin
Een estafettevertaling
De Wumenguan is een van de weinige koancollecties die in het Nederlands vertaald is, en bij mijn weten de enige die twee keer vertaald is.
De eerste vertaling in het Nederlands verscheen in 1972 in Zen-zin, zen-onzin, een bloemlezing van vier zenteksten, waaronder De Poortloze Poort.
Zen-zin, zen-onzin is een vertaling van Zen flesh, zen bones uit 1957. The Gateless Gate daarin is vertaald door Nyogen Senzaki en Paul Reps en oorspronkelijk uitgegeven als zelfstandig werkje in 1934.
Volgens de bibliografische gegevens zou The Gateless Gate eertijds rechtstreeks uit het Chinees vertaald zijn. Dat is moeilijk te rijmen met het feit dat alle Chinese meesters in The Gateless Gate Japanse namen hebben.
Mogelijk hebben we hier te maken met een estafettevertaling uit het Chinees via het Japans in het Engels in het Nederlands. Alsof je met een microfoon een opname van een opname van een opname van een liedje maakt. Hoeveel ruis geeft dat niet?
Veel doet het er niet meer toe. Zen-zin, zen-onzin is alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.
Die torlose Schranke
Een vertaling uit het Duits
De tweede vertaling van Wumenguan in het Nederlands is sinds 2010 als hardcover verkrijgbaar bij uitgeverij Asoka als De poortloze poort.
Ook dit is geen vertaling rechtstreeks uit het Chinees, maar wel een vertaling rechtstreeks uit het… Duits. Van Die torlose Schranke – Mumonkan uit 2004.
Vrij recent zou je denken, maar Die torlose Schranke – Mumonkan is op zijn beurt een vertaling uit 1989 van The Gateless Gate: The Classic Book of Zen Koans van Yamada Koun. Dat boek is al gepubliceerd in 1979.
Daarna, of liever daarvoor, wordt het schimmig. De teisho’s (toespraken) bij de koans zijn van Yamada Koun zelf en dateren waarschijnlijk uit de jaren zeventig, maar of hij ze rechtstreeks in het Engels heeft geschreven, en zo niet, wie ze voor hem uit het Japans in het Engels heeft vertaald, kon ik niet vinden.
Hoe en wanneer de vertaling van de Mumonkan zelf tot stand is gekomen heb ik ook niet kunnen achterhalen.
Heeft een boeddha de hondennatuur?
Vliegen voor de meester
Wel is duidelijk dat de teksten in deze tweede Nederlandse vertaling van de Poortloze Poort inmiddels minstens vijftig jaar oud zijn en zoals veel boeddhistische vertalingen uit die tijd naar de kritiekloze prepostmoderne ja-en-amen era rieken. De jaren van voor de jaren zestig, laten we ze de jaren vijftig noemen. Die echter nog steeds niet afgelopen zijn, laten we ze de jaren duizend noemen.
Ik doel op het zenboeddhisme van de oude stempel uit het duizendjarige spirituele interbellum tussen de revolutionaire, subversieve, zelfdenkende antimeesters Linji en Hisamatsu in, dat, uitzonderingen daargelaten, gekenmerkt wordt door braafheid, goedgelovigheid, onderdanigheid, absolutisme en heilige ontzag.
De Verhevene zei dit, Mahakashyapa zei dat. De eerste patriarch zei zus, de zesde patriarch zei zo. Kruipen voor de keizer, liefst in zijn kont. Buigen voor beelden, neus op de grond. Vliegen voor de meester, desnoods in een Zero, banzai!
Soevereine vorsten heersend over hun sangha – zen als monarchie. Geslachtsongelijkheid en stoerheid – zen als patriarchaat.
Transmissie om de macht binnen de clan te houden – zen als aristocratie. Benoemingen voor het leven – zen als gerontocratie. Dwepen met de voorvaderen – zen als necrologie.
Absolute gehoorzaamheid ter meerdere eer en glorie van de of het absolute, schoonzitten bij wijze van meditatie, zwijgen als het Zelf – is dat nou zen? Heeft een boeddha de hondennatuur?
Babylonische epigrammen
Te dom voor woorden
Jammer dat de tweede Nederlandse vertaling van de Wumenguan net als de eerste, onderweg diverse tussentalen aandeed: uit het Chinees via het Japans (neem ik aan) via het Engels via het Duits naar het Nederlands – eindpunt van deze lijn, iedereen uitstappen (aussteigen, to alight, 降りる, 下車).
Als het een weg was, zou hij de Via Via Via heten. Dit is geen vertaling en geen hertaling, maar een herhertaling of zelfs een herherhertaling. Hoor mij nou, ik ga er gewoon van stotteren.
Wellicht verklaart het serievertalen de vele kromme zinnen die dit boek ontsieren. Over ruis gesproken, het lijkt wel satire.
Neem nou het volgende fragment uit de zenwaarschuwingen van Wumen Huikai aan het slot van de Wumenguan:
‘Spontaan en onbeperkt handelen is duivels en ketters. Alleen maar op het innerlijk letten om het te reinigen en in de stilte verdwijnen, is de verkeerde zen van het zwijgend stralen. Wie oorzakelijke samenhang willekeurig negeert, raakt in een diepe valkuil. In absolute helderheid zonder enige duisternis verwijlen betekent een juk met kettingen dragen.’
Het is mede door dit soort Babylonische epigrammen dat zen het imago heeft gekregen van een ondoorgrondelijke oosterse leer.
Terwijl zen in werkelijkheid alleen maar zo verschrikkelijk moeilijk lijkt omdat het zo verschrikkelijk makkelijk is.
Te dom voor woorden.
Volgende week de derde inleiding: Zen zonder mantel of masker
Alle inleidende artikelen van de Poortloze Poort.
De Poortloze Poort in het Boeddhistisch Dagblad: alle links