Geïnspireerd door hoofdstuk 42 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
De geest bedenkt de leegte
en noemt zich boeddhist.
De geest bedenkt het ene
en noemt zich monist.
De geest bedenkt de twee
en noemt zich dualist.
De geest bedenkt het niet-twee
en noemt zich non-dualist.
De geest bedenkt de drie
en noemt zich christen.
De geest bedenkt de vier
en noemt zich hindoe.
De geest bedenkt de tienduizend
en noemt zich pluralist.
De geest brengt alle ideeën voort, ook het idee van de geest die alle ideeën voortbrengt. Wie weet waarvandaan?
De schepselen torsen in hun ene hand het Ja, in hun andere het Nee. Wie lichtvoetig wil zijn, moet beide laten vallen.
De geest noemt dit het Tja – het zoveelste idee. Het is nog steeds een juk – het juk van ja-noch-nee.
Meester Tja doet niet meer mee.