Geïnspireerd door hoofdstuk 22 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Wie veel heeft, zal verkrijgen of verliezen. Wie weinig heeft vergaat het niet anders.
Wat stuk is wordt hersteld of gedumpt. Wat krom is trekt rechter of krommer. Wat buigt veert terug of barst. Wat hol is loopt leeg of vol.
Al houdt het Tja zich niet aan hem, de wijze houdt zich aan het Tja. Zodoende is hij herder noch schaap, verdienstelijk noch onverdienstelijk, aanzienlijk noch onaanzienlijk, edel noch onedel.
De wijze heeft niets te verhullen, daarom spreekt hij vrijuit. Hij heeft niets te onthullen, daarom zwijgt hij voluit. Hij houdt zich aan het vele noch aan het ene, en veinst nimmer ongeveinsd te zijn.