Bodhidharma zat ongeduldig in zijn grot te wachten op zijn opvolger Huiko die, om te bewijzen hoe belangrijk deze audiëntie voor hem was, als een standbeeld in de sneeuw bleef staan.
Ten einde raad hakte Bodhidharma zijn eigen arm af en liet hem aan zijn gedoodverfde opvolger zien, die echter geen spier vertrok. ‘U kunt daar toch niet eeuwig blijven staan,’ riep Bodhidharma bezorgd, ‘zo kan mijn geest geen rust vinden.’ Hij viel op zijn knieën en smeekte: ‘Meester, breng mijn geest tot rust.’ Huiko gaf geen krimp.
Huilend krabbelde Bodhidharma overeind en probeerde met zijn ene arm de tweede patriarch naar binnen te duwen. Huiko viel om als een blok, bevroren van top tot teen, en spatte in scherven uiteen.
Zo werden kort na elkaar twee geesten tot rust gebracht – eentje zelfs voorgoed.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.