Bodhidharma zat als altijd onverstoorbaar met zijn gezicht naar de muur van zijn grot. Zijn opvolger Huiko stond maar te wachten in de sneeuw.
Toen hij het niet meer uithield, riep Huiko: ‘Mijn arm kan geen rust vinden. Ik smeek u, meester, breng mijn arm tot rust.’ ‘Breng me je arm en ik breng hem tot rust’, antwoordde Bodhidharma.
De tweede zenpatriarch hakte zijn arm af en legde hem aan de voeten van de eerste. ‘Nu is je arm tot rust gebracht’, zei Bodhidharma vriendelijk en richtte zijn aandacht weer op de muur.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.