De Eindhovense beeldend kunstenaar en zenleraar Jeanne Schouten studeerde af aan de Rijksacademie van Amsterdam. Ze is met aandachtige blik onderweg. Speurend langs het strand kijkt ze naar onregelmatigheden in het zand, die de aanwezigheid van aangespoeld wrakhout kunnen verraden. Maar ook op de schroothoop zijn prachtige roestige platen te vinden, die allen een individuele schoonheid bezitten. Door weer en wind geworden.
De unieke structuren en patronen in de gevonden materiële objecten zijn niet geconstrueerd en niet na te bootsen en zijn dan ook zo echt, zo waar, zoals filosoof Cornelis Verhoeven erkende in zijn werk, dat voor Jeanne van grote betekenis blijft. Ook hij was gefascineerd door oud ijzer en zei treffend in een gastcollege: ‘De spijker weerlegde al mijn onzinnige gedachten, ik zag hem liggen, het is niet te bedenken, het bestaan kun je niet verzinnen, je vindt het ergens’.
Vanaf dat moment wordt haar perspectief bepaald door filosofische reflectie en interesse voor natuur en wetenschap. Ze probeert de overeenkomsten en vertakkingen onderling te onderzoeken en te definiëren. Atelier en collegebank wisselen elkaar af en inspireren haar.
‘Hetzelfde anders zien’
‘filosofie is hetzelfde anders zien’ . C. Verhoeven
Jeanne zegt van Cornelis Verhoeven veel geleerd te hebben. ‘Mijn ogen zijn door hem geopend. Filosofie en wetenschap zijn mijn inspiratiebronnen voor mijn beeldend werk. Ik ga nu twintig jaar naar colleges en voordrachten die me interesseren. De laatste jaren steeds minder naar filosofische lezingen en des te meer naar voordrachten van zenmeesters, het volgen van sesshins en zo meer.’ In de periode 1994 – 2008 volgde Jeanne colleges filosofie aan de Technische Universiteit Eindhoven en de Katholieke Universiteit Brabant.
De gevonden objecten liggen vaak voor lange tijd te wachten in haar atelier, totdat hun ware aard zich aan haar openbaart en zij ze met een minimale ingreep onderstreept: de meanderende lijn in het hout, het palet bruinen in het roest of de gelaagdheid van steen. De werkelijkheid zelf blijft zo – bijna onaangeroerd – aan het woord. Een openbaren van wat er al is, ogenschijnlijk banaal, alledaags en vanzelfsprekend. Maar juist daarin schuilt volgens haar haar kracht, haar waarlijk zijn.
Jeanne: ‘Nog steeds begint mijn creatief proces op het moment dat ik iets vind. Maar nu wil ik het verbinden met kalligrafische elementen, waar mijn interesse ligt. Ik volgde een cursus sumi-e schilderen en ben nu datgene wat ik vind aan het combineren met kalligrafische tekens die me boeien. Dit voorjaar was ik drie weken in Japan en heb ik de tekens opnieuw kunnen bestuderen. Ik word geïnspireerd door Fabienne Verdier die dat fantastisch verbeeldt.’
Schouten is al vijfentwintig jaar beeldend kunstenaar en sinds zo’n acht jaar bezig met zen. ‘Begonnen omdat ik slaapproblemen had en daar iets aan wilde doen. Naast beter slapen kreeg ik door meditatie veel meer inzichten en vielen er kwartjes. Ik wilde die ervaringen delen en besloot bij Zen.nl een opleiding tot leraar te volgen.’
Na haar opleiding tot zenleraar vertrok ze in de zomer van 2013 bij Zen.nl en sloot zich aan bij de sangha van Wanda Sluyter en Michel. Jeanne: ‘We zijn nu met drieën in Eindhoven en heten: Zencentrum Eindhoven. Er zijn twee locaties. Mijn atelier is nu een zendo aan huis. Ik werk in mijn garage.’
‘Ik ben nu al vier jaar bezig om mensen te begeleiden op hun spirituele pad. En heb twee groepen, een introductiegroep en een doorgaande groep die ik wekelijks begeleid. Het geeft veel voldoening om iets door te geven en te zien dat mensen opknappen en opnieuw naar zichzelf en al het andere kijken. Dat opnieuw kijken ofwel verwonderd zijn heb ik door mijn grote leraar Cornelis Verhoeven diep ervaren. Hij was filosoof en naar mijn idee een groot boeddhist, maar dat zou hij nooit zelf gezegd hebben, denk ik.’’
Een selectie uit vijf projecten in de periode 2003-2008
‘De glans van oud ijzer’, hommage aan Cornelis Verhoeven.
Tweeëntwintig werken van diverse ‘objects trouvés’, geïnspireerd door teksten uit het oeuvre van filosoof Cornelis Verhoeven.
’t/m 7 vrij naar Pythagoras’
Zeven verweerde panelen vormen de ingrediënten voor een verwerking van de getallenleer van Pythagoras. Koperen geometrische vormen verbeelden de getallen en zijn dwars door de panelen verankerd. Zij hangen verdeeld over zes verdiepingen in het atrium van een modern gebouw.
‘Ingelijst op de Hofvijver’
Dit project is een ode aan de Hofvijver, het unieke stadsgezicht van Den Haag. Op tien pontons staan grote houten lijsten, die beschilderd en gedecoreerd zijn door twintig beeldend kunstenaars, tien uit Nederland en tien uit de landen die op 1 mei 2004 toegetreden zijn tot de Europese Unie. Jeanne’s lijst vertegenwoordigde Nederland en stond met een Slowaakse kunstenaar op een ponton. Na afloop is haar lijst aangekocht door een galerie en staat nu in hun tuin.
‘Lichaam en ziel naar Aristoteles’
Volgens de geschriften van Aristoteles over de opbouw van lichaam en ziel staan twee bronzen tegenover elkaar in een tuin, verbonden door een twintig meter lang tuinpad. Het zijn afgietsels van oude vloerdelen en berenklauwstengels.
‘Gaan | de | weg’
Koperen wegen gelegd in houten balken, onderbroken wegen in bronzen afgietsels van cacteeën en momenten onderweg in roestige platen, zijn onderwerpen van dit project in samenwerking met filosoof Ben Schomakers.
Na een afgebroken priesteropleiding studeerde Cornelis Verhoeven in Nijmegen klassieke talen, wijsbegeerte en godsdienstwetenschap. Hij promoveerde in 1956 op De symboliek van de voet, een proefschrift over godsdienstgeschiedenis. Van 1955 tot 1982 was hij leraar klassieke talen in ‘s-Hertogenbosch, laatstelijk verbonden aan het Jeroen Bosch College; daarna hoogleraar wijsbegeerte in Amsterdam. Hij ging met emeritaat in 1993.
Verhoeven schreef vooral filosofische essays. Daarnaast vertaalde hij onder anderen klassieke auteurs. In totaal publiceerde hij meer dan 80 titels en duizenden artikelen en stukken. Enkele van zijn boeken zijn vertaald, onder meer in het Engels en het Duits, zoals Rondom de leegte (1965) en Inleiding tot de verwondering (1967). Verhoeven oriënteerde zich vooral op de continentale filosofie; uit zijn werk spreekt bewondering voor uiteenlopende denkers als Plato, Leibniz en Heidegger. Naast de filosofie en de cultuurkritiek, is een aantal geschriften ook autobiografisch van aard. Zo geeft hij in het werk Zonder een zucht, over de weken voorafgaand aan de dood van zijn vader, blijk van een literaire gevoeligheid. Hoewel het Verhoeven aan officiële erkenningen van zijn talent niet ontbroken heeft, bleef hij tijdens zijn leven voor het grote publiek goeddeels een onbekende. Volgens velen was hij niettemin de meest oorspronkelijke denker van ons taalgebied in de twintigste eeuw.
Bezoek de website van Jeanne Schouten
Bert Dorrestijn zegt
‘Gaan de weg’ vind ik een prachtig werk. Prachtige materialen en een leuke woordspeling.