In ‘Sex and Violence in Tibetan Buddhism: The Rise and Fall of Sogyal Rinpoche’ onthullen co-auteurs Mary Finnigan en Rob Hogendoorn hoe de bekende Tibetaans boeddhistische leraar Sogyal zijn volgelingen seksueel misbruikte, fysiek mishandelde en stelselmatig bedreigde—en hoe dit decennialang werd toegedekt door diens devote entourage.
De schrijvers vertellen het verhaal van een jonge Tibetaanse vluchteling met torenhoge ambities die volgens hen een imago creëerde waarmee hij ’tienduizenden mensen over de hele wereld, onder wie grote namen uit de showbusiness, zakenwereld en politiek, meer dan dertig jaar lang wist te misleiden.’
De spirituele klassieker en bestseller Het Tibetaanse boek van leven en sterven, heeft Sogyal Lakar, beter bekend als Sogyal Rinpoche, miljoenen opgeleverd. Hij speelde mee in een Hollywoodfilm en zijn organisatie Rigpa telde wereldwijd een groot aantal leden. Op het hoogtepunt van zijn roem gold Sogyal in het Westen als de bekendste en machtigste Tibetaanse spiritueel leider na de Dalai Lama.
Maar, zoals dit nieuwe boek volgens de schrijvers laat zien, Sogyal was ‘een charlatan die nooit de vereiste training ontving om zich daadwerkelijk ‘lama’ te mogen laten noemen’. De auteurs zeggen daarvoor een schat aan bewijs aan te dragen, ontleend aan wetenschappelijke bronnen, slachtofferverhalen en ooggetuigenverslagen, aangevuld met Mary Finnigan’s persoonlijke ervaringen.
Met hun volgens de uitgever diepgravend onderzoek stellen Finnigan en Hogendoorn de feitelijke levensloop van Sogyal Lakar te reconstrueren. Van zijn geboorte in een Tibetaans gehucht, zijn vlucht na de Chinese invasie en een armoedig bestaan als balling in India, tot aan zijn aankomst in Engeland in 1973. Ze beschrijven hoe hij als charismatische boeddhistische goeroe eerst een sterrenstatus wist te bereiken om vervolgens zijn recente spectaculaire ondergang tegemoet te gaan.
Zo ontstaat een ontluisterend beeld van de seksuele uitbuiting, het fysieke geweld en de manipulatieve intimidatie die Sogyal’s trouwste volgelingen tientallen jaren zowel ondergingen als toedekten. De schrijvers plaatsen Sogyal’s gedrag tegen de actuele achtergrond van de feministische #MeToo en Times Up bewegingen. Ook tonen ze de culturele verwarring die ontstaat wanneer vanaf de Tibetaanse oudheid overgeleverde mannelijke superioriteitsgevoelens door ‘naïeve spirituele zoekers in onze samenleving worden bewierookt en omarmd.’
Inmiddels probeert de nu ernstig zieke Sogyal zich aan strafrechtelijke vervolging en civiele aansprakelijkheid te onttrekken. Toch loopt op dit moment in het Verenigd Koninkrijk een onderzoek naar Rigpa door de Engelse fiscale toezichthouder, ‘The Charity Commission for England and Wales’.
Albert Zomers zegt
Ik vraag me af wat ik nu aanmoet met het Tibetaanse boek van Leven en Sterven dat een prominente plaats in mijn boekenkast heeft. Wat is de waarde en het waarheidsgehalte van dit boek nu blijkt dat Sogyal rinpoche niet alleen ernstig misbruik maakte van zijn positie maar dat hij ook een charlatan en geen echte lama was? Ook boeddhisten kunnen, net als iedereen, fouten maken maar zo stelselmatig en zovele jaren dat gaat er bij mij niet in.
G.J. Smeets zegt
Albert, wellicht heb je hier iets aan:
In de jaren ’60 vorige eeuw circuleerde Het Tibetaanse Dodenboek op menige middelbare school, ook op mijn school. Dat boek was een NL vertaling van een ENG vertaling van een kleine selectie uit honderden Tibetaanse oude *ceremoniële* teksten die bedoeld waren om een stervende in Tibet een hart onder de riem te steken.
Het was de antropoloog Evans-Wentz (leerling van spiritueel medium Blavatsky) die in 1927 voor de ENG vertaling van die *ceremoniële* teksten had gezorgd. Types als Carl Jung (van het collectieve onderbewustzijn) en wat later Timothy Leary (de LSD propagandist voor de hippie-beweging) lustten er wel pap van en gingen met die *ceremoniële* teksten op de loop en maakten er een filosofietje van. En ook Sogyal Rinpoche ging ermee op de loop. Hij gebruikte Het Tibetaanse Dodenboek uit 1927 als inspiratiebron voor zijn bestseller die nu nog ’prominent in de boekenkast’ (jouw woorden) staat.
Albert, wellicht is het iets om je niet af te vragen wat je met dat boek aanmoet maar jezelf de vraag te stellen waarom je gevoelig was (bent?) voor kwakzalverij.
Albert Zomers zegt
Beste heer Smeets, respect voor uw kennis van het Tibetaanse Dodenboek. Wat de interpretaties en ‘opvolgers’ daarvan te maken hebben met kwakzalverij begrijp ik echter niet. De Tibetaanse boeddhisten hebben een bepaalde visie op leven en dood evenals hindoes, moslims, christenen en atheïsten. En daarbinnen zijn er veel verschillen en meningen. Zoals die van de ‘gevallen’ Sogyal Rinpoche.
Dat is echter geen kwakzalverij maar ergens, of nergens, in geloven!