Wie anders dan jij is heer en meester over jezelf? Wie zichzelf volledig beheerst, verwerft een heerschappij en een meesterschap dat bepaald niet gemakkelijk te verwerven is. Dhammapada, Boeddha en het boeddhisme nemen een bijzondere plek in binnen de geschiedenis van de ziel. Want terwijl andere religies en filosofische systemen de ziel tot in de eeuwigheid willen bewaren, wil het boeddhisme haar juist ontbinden en vernietigen. Niet in de zin van kapot maken, maar haar terugbrengen tot niets, een niet-zijn. In zijn boek De ziel, een cultuurgeschiedenis belicht Ole Martin Høystad de positie en/of het bestaan van de ziel binnen het boeddhisme.
Terwijl andere zienswijzen de verwezenlijking van de ziel en het zelf als doel hebben, heeft het boeddhisme de ont-realisatie van het zelf als doel. En terwijl andere religies op zoek zijn naar het eeuwige leven voor de ziel, is de hoogste waarde binnen het boeddhisme om aan haar eeuwige leven te ontkomen. Juist het feit dat het boeddhisme de ziel ziet als een illusie of misverstand maakt dat de zielsproblematiek in een uitdagend perspectief komt te staan. En wie gelooft dat de boeddhistische opheffing van de ziel ook de angst wegneemt voor het verliezen van je ziel door je daden in het leven, heeft het grondig mis. Want in het boeddhisme is de mens nog meer dan in het christendom ertoe veroordeeld zelf de gevolgen van zijn daden te dragen. Alles wat je doet, heeft consequenties, en dat alles in een tijdsperspectief dat ons begrip te boven gaat. Alles waar de zielsproblematiek zich mee bezighoudt, is niet opgeheven binnen het boeddhisme, maar het heeft een andere plek gekregen en is omgevormd tot andere en in veel gevallen radicalere begrippen.
De gedachte, dat alles transformatie is en verdwijnen zal, staat ook centraal binnen het boeddhisme, dat gezien kan worden als een antwoord op de crisis waarin het vedische geloof beland was voor de tijd van de Boeddha, onder andere als gevolg van de onzekerheid over het bestaan van de ziel na de dood van het lichaam, zodra zij zich ontdaan heeft van het aardse omhulsel. Want de ziel zal immers herrijzen volgens de zielsverhuizing (samsāra) en het principe van reïncarnatie – in deze aardse wereld.
Er zijn volgens Ole Martin Høystad een paar bijzondere aspecten aan Boeddha’s ontmoeting met het lijden. Hij is niet de enige die ermee in aanraking komt – dat doen we in onze tijd allemaal via de massamedia. Kijk maar naar het nieuws op de televisie: lijden en dood komen je tegemoet, vermengd met en veroorzaakt door onrechtvaardigheid, corruptie, coupes en geweld. De wereld is immers vol van fysiek geweld en moreel kwaad, vaak als twee kanten van dezelfde zaak. Maar het lijden is voor Boeddha niet alleen verbonden aan individuele gebeurtenissen, het is een fundamenteel en onuitroeibaar onderdeel van het leven.
Het goede en kwade dat je doet, heeft consequenties voor je volgende leven, met het verschil dat het volgende leven niet eeuwig duurt in het boeddhisme. Om de boeddhistische zielsverhuizing te begrijpen moet je beseffen dat die gebaseerd is op een ander idee van tijd dan onze westerse seculaire lineaire tijdsopvatting. Boeddhisten geloven dat het universum oneindig is qua tijd en ruimte en dat het periodieke cycli doormaakt (kalpa’s). De cyclische tijd vormt ook de basis van de idee dat de mens steeds opnieuw herboren wordt in een oneindige cirkel die samsara genoemd wordt.
De wil en bewuste bedoelingen zijn volgens Boeddha dus van wezenlijk belang. De wil is karma. De bewuste wil, dat wat je wilt, creëert karma. Je moet dit echter niet verwarren met de westerse nadruk op de vrije wil, want de wil is in een relatief en wederzijds afhankelijk universum slechts tot op zekere hoogte vrij. Handelingen moeten gewild en intentioneel zijn om karma te creëren. Wat je per ongeluk doet, creëert geen slecht karma.
Het is de concrete praktijk, handeling en doel, die je verlost of ten val brengt. Degene die bewust een ander mens of andere levende wezens, van insecten tot dieren, schade wil toebrengen, kan de gevolgen van zijn daden niet ontlopen. Daarom legt Boeddha zo de nadruk op de beheersing van het denken en de wil, zodat we niets doen dat anderen schade kan berokkenen. Met de wil kunnen we iets doen. Zoals we er ook voor kunnen kiezen om onze gevoelens niet direct in handelen om te zetten. Het geeft goed karma als je de kwade wil stopt en daarvoor in de plaats medeleven en zorg voor andere levens toont.
De leer van Boeddha is volgens Ole Martin Høystad in veel opzichten een praktische leer, met een praktisch-existentieel doel. Het gaat in hoge mate over hoe je je praktisch kunt bevrijden van lijden en een einde kunt maken aan de terugkeer van de ziel, de kringloop van de zielsverhuizing kunt doorbreken, wat het doel is van het Achtvoudige Pad. Zodra een mens zich op juiste wijze heeft ontdaan van alle begeerte en gevoelens kan het lijden ophouden in de vrede van de vrijheid omdat het Achtvoudige Pad eindigt in nirwana, de ontbinding waar geen zelf en niet-zelf zijn, geen atman en geen anatman.
Auteur: Ole Martin Høystad
Uitgeverij: Athenaeum
Paperback
ISBN: 9789025307509
Prijs: € 29,99
G.J.. Smeets zegt
Met alle respect maar het aantal misvattingen en halve waarheden in bovenstaande tekst is niet bij te benen. Het is relevant te weten dat de auteur vooral belangstelling heeft voor het Europese idee van ‘de ziel’. En dat hij vanuit dat perspectief een uitstapje maakt naar het boeddhistme – waarvan hij weinig kaas heeft gegeten. In Trouw van afgelopen 4 febr. Staat een interview met hem. https://www.trouw.nl/religie-en-filosofie/hoog-in-de-noorse-bergen-zoekt-deze-cultuurhistoricus-naar-de-ziel~a01df3ff/