De persoonlijke ervaringen van een beginner bij Suiren-Ji tempel in Bemmel.
M’n oog valt op een klein stukje in een van de vele huis-aan-huisbladen. Het betreft een aankondiging voor een beginnerscursus zenmeditatie. Het is een van die dingen die ik graag zou willen doen, wel over nagedacht, maar er nooit toe gekomen. Ik besluit ter plekke de knoop door te hakken en pak de telefoon. Al snel wordt me duidelijk dat er meer mensen een knoop hebben doorgehakt, want pas ‘n half uurtje later krijg ik contact. Een vriendelijke meneer, van wie ik de naam niet helemaal versta, staat me te woord. Ik heb wel wat ideeën over meditatie, gebaseerd op wat ik er over heb gelezen, maar vraag toch wat het precies inhoudt. De onbekende meneer vertelt me dat dit een cursus is die gebaseerd is op de boeddhistische meditatietechniek. Het bestaat uit zitten, lopen en ademhalen. Op de vraag of er nog speciale kleding nodig is, krijg ik te horen dat losse kleding wel makkelijk is. ‘Losse kleding’ en ik ga in gedachten langs de kledingkast. Joggingbroek is het antwoord.
De vrijdagavond daarop is de vuurdoop. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen wel een bepaalde voorstelling heeft van wat er gaat gebeuren, ik ben daarop geen uitzondering. Ik loop de dubbele groene deur door en kom in een klein halletje, door de glazen deur en ik sta in de ontvangstruimte. Een kleine kale man, gekleed in een soort kimono, geeft me een hand en stelt zich voor. Aan de stem herken ik de man van de telefoon en alweer versta ik z’n naam niet. Daar kom ik vanzelf wel achter, denk ik. Na mij komen er nog een aantal beginners binnen. Ik zie ze in de hal hun schoenen uitdoen. Foutje dus, bordje niet gelezen, en ik loop terug naar de hal om ook mijn schoenen uit te doen. De geschonken thee smaakt prima maar apart. Voor een koffieleut als ik wel heel iets anders. We stellen ons aan elkaar voor en jawel ik vang de naam op van de telefoonman, Zeshin, hoe je het schrijft weet ik nog niet. We praten wat over waarom we aan de cursus begonnen zijn en het is duidelijk dat de redenen zeer verschillend zijn. Zeshin legt ons de basisprincipes uit, drie keer gong is zitten, een keer gong is staan, handen wrijven is lopen, een keer gong zitten, drie keer gong meditatie. Je handen in een kommetje, kleermakerszit, en ademen via je neus naar je buik. Ademhaling tellen van 1 tot 10 en bij het kwijtraken van de tel opnieuw bij 1 beginnen. Bij het lopen, je linker vuist, met duim naar binnen, eerst en daarover heen je rechtervuist. Halve voetjes vooruit en niet haasten. Da’s een makkie, denk ik in mijn onwetendheid.
De eerste ‘zit’ gaat beginnen. Even wennen, kussentje nog eens opschudden en stil zijn. Ik zit niet echt op m’n gemak. Ik merk aan mezelf dat ik erg snel afgeleid ben. Geluiden van buiten, de ademhaling van m’n buren, alles maar dan ook alles lijk ik te horen. Nooit eerder ben ik zo vaak bij 1 begonnen met tellen als nu. Na de gong en het handen wrijven begint de eerste loop. Wat gaat dat traag, ik betrap mezelf erop dat ik eigenlijk sneller wil, maar Zeshin heeft gezegd: houd rekening met de mensen voor je en wacht eventueel een paar tellen. De tweede zit gaat iets beter. Ik zit lekkerder en merk dat ik de tel bij kan houden. Op kalme toon legt Zeshin uit dat je gedachten moet laten zijn voor wat ze zijn, gedachten. Op zich heel mooi, maar er vliegen er op dit moment zo’n kleine honderd tegelijk door m’n hoofd. Weer beginnen bij 1. Lopen gaat nu ook wat beter. Derde zit. Inderdaad begin ik door te krijgen wat Zeshin bedoelde. Ik ben nu zo geconcentreerd met tellen bezig, dat ik tegelijkertijd voel dat ik nogal verkrampt zit te zitten. We drinken nog wat thee en babbelen nog wat. Kun je hoofdpijn weg mediteren, wordt er gevraagd. Nee, zegt Zeshin, gewoon een aspirientje nemen en je bed in gaan. Het enige dat je met mediteren bereikt is dat je accepteert dat je hoofdpijn hebt maar het wordt er niet minder door. Op de diepe vraag ‘Wat is de zin van het leven ?’ roept Zeshin, leven!. Deze opmerking zal ie nog vele malen herhalen. Ik ga naar huis en merk dat ik me best lekker voel.
Inmiddels heb ik er bijna acht lessen op ‘zitten’. De ene keer zit je lekkerder dan de andere keer, maar volgens mij is dat gewoon wennen en oefenen. Ik merk dat ik af en toe even niet meer weet waar mijn buik zit, althans waar het de ademhaling betreft. Ik adem door m’n bovenlichaam en kan de adem niet verder laten zakken dan de onderkant van m’n ribben. Ik concentreer me opnieuw en het lukt. Doordat ik me probeer te concentreren op een punt, zie ik opeens een uitgelopen verfdruppel op een van de schrootjes bewegen. Gezichtsbedrog. Ik word af en toe nog wel afgeleid door van alles en nog wat, maar ik bespeur vooruitgang bij mezelf. Zeshin zet af en toe een stok achter me zodat ik rechtop ga zitten, die kunst versta ik absoluut nog niet en ik ben blij met de geboden hulp. Het is echt heerlijk om op deze manier even tot rust te komen. Ik constateer dat naast Zeshin, maar dat spreekt voor zich, er nog iemand is die de kunst van het echte mediteren verstaat. Pip de tempelkat, ze komt regelmatig de meditatieruimte in en nestelt zich op het kussen achter Zeshin. Haar spinnen is duidelijk te horen en als ze echt diep in slaap valt hoor ik zelfs kleine geluidjes van het kussen komen.
Het zal nog wel een flinke tijd in beslag nemen voordat ik de kunst zo onder de knie heb als Zeshin en Pip, maar goed daarom heb ik ook besloten de vervolgcursus te volgen en wie weet zal ik ooit in de toekomst de kunst meester worden.