Man, wat houd ik toch van de zenbeoefening! Net als je afscheid hebt genomen van het hele idee beoefening, glimmert er op een doordeweekse dinsdagavond ineens weer iets waar ik heel veel aan heb. Never a dull moment op het kussen.
Gisteren bijvoorbeeld. Ik was van slag vanwege een gedoetje. Een repeterend gedoetje met iemand die me zeer dierbaar is. Het schuurde, schrijnde, klotste en kolkte en het dwingende doenertje in me vroeg om actie. Dus zat ik gisterenavond uiterlijk onbewogen en de rust zelve op mijn kussentje in de zendo. Deken om me heen, afgescheiden van de hele wereld en nog verder. Een slak in haar huisje. En het schuurde en schrijnde etc etc maar door. Indrukwekkende dialogen kwamen langs, volzinnen die het gedoetje zomaar – poef! – zouden laten verdwijnen.
Loopmeditatie. Schuifel de schuifel deed de slak.
Wat moet ik doen? – vroeg ik aan niemand in het bijzonder.
Helemaal niets! – loeide het in mij.
Een waarheid als een koe.
Wat is je dharmanaam ook alweer? – vroeg ik aan mezelf.
Teisui. Zij die vol vertrouwen de stroom volgt.
Vol wat?
Vertrouwen.
O ja.
Weer zitten. En de wereld draait door. De zon komt op en gaat weer onder. Idem dito doet de maan. En de mensen doen en de mensen laten. En ik hoef alleen maar hier te zijn en niets te doen.
Altijd alleen maar hier te zijn.
Niets doen.