Er is iets aan het verschuiven. Alsof we, na eeuwen van rationalisering en onttovering, opnieuw leren luisteren naar wat ons overstijgt. Velen noemen het een spirituele of religieuze heropleving. Maar wat zich aandient, reikt dieper dan de traditionele vormen waarin religie ooit werd gegoten. Het is geen beweging van buitenaf, geen oproep tot dogma’s of regels, maar een verlangen van binnenuit.
Steeds meer mensen beseffen dat we verdwaald zijn geraakt in een geconstrueerde, bedachte wereld — een wereld die ons heeft losgemaakt van directe, oorspronkelijke ervaring. Zonder innerlijk kompas voelen we ons onzeker. Op zoek naar houvast grijpen we naar nieuwe, bedachte zekerheden, waarmee we ons juist verder verwijderen van wat wezenlijk is. Zo verliezen we onszelf steeds meer.
Er zijn signalen dat het seculiere scepticisme zijn hoogtepunt voorbij is. Voorzichtig durven we het weer over “God” te hebben.
Iain McGilchrist spreekt liever over the sacred, het heilige, dan over religie. Zijn werk toont hoe onze wereld steeds eenzijdiger is gaan steunen op de rationele, controlerende linkerhersenhelft. Maar nu groeit het besef dat we iets wezenlijks zijn kwijtgeraakt: ons diepste gevoel van verbondenheid en het vermogen tot verwondering. De capaciteit om ons open te stellen voor het mysterie van het bestaan — niet als iets wat we kunnen verklaren met ons intellect, maar als een levende werkelijkheid waarin wij zelf zijn opgenomen.
Deze wending herkennen we in wat sommigen mystiek christendom noemen. Niet het moralistische, op bekering gerichte geloof, maar een vorm die draait om directe ervaring. Niet over een God buiten ons, maar over een diep doorleefd besef van verbondenheid.
Richard Rohr spreekt in dit verband over het Christusmysterie. Hij benadrukt dat Christus geen exclusief bezit is van het christendom, maar een universeel principe, werkzaam in alles en iedereen. De Christus die hij beschrijft is niet alleen de historische Jezus, maar de Levende Aanwezigheid die al het geschapene doordrenkt. De goddelijke Adem die ons uitnodigt tot eenwording — tot thuiskomen in wat altijd al aanwezig is.
De Headless Way van Douglas Harding sluit daar verrassend op aan. Een eenvoudige maar radicale oefening: draai je aandacht om en kijk van waaruit je kijkt. Je ontdekt — zo zeggen velen — dat daar geen hoofd is. Geen afgescheiden zelf, geen centrum dat bestuurt. Alleen openheid — een non-duale aanwezigheid zonder grens of middelpunt. Dit ‘hoofdloos zijn’ is voor Harding geen theorie, maar een directe ervaring van leegte die vervuld is van alles.
En dan is er Dzogchen, de ‘grote perfectie’ — misschien wel de meest vrije vorm van boeddhisme. Zij wijst voorbij oefening en inspanning naar de inherente volmaaktheid van het hier en nu. Ook hier geen zoektocht naar verre verlichting, maar een ontwaken in de altijd aanwezige natuurlijke staat. Alles is al aanwezig, open en helder. Er is niets te bereiken — alleen te herkennen.
In diezelfde geest nodigt Gangaji ons uit tot radicaal stoppen. In de traditie van haar leraar Papaji en de advaita vedanta, wijst zij niet naar een verre bestemming, maar naar de eenvoud van dit moment. “Stop. Wees stil. Wees rustig. Ontdek wie je bent,” zegt ze. Niet door nog meer te doen, maar door alles te laten voor wat het is. In die stilte ontdekken we wat altijd al hier was: de vrede van ons ware Zelf. Gangaji spreekt over de bevrijding die ontstaat wanneer we ophouden met zoeken en ons volledig overgeven aan wat is. Geen mentale constructie, geen geloof, maar een levende, directe ervaring van thuiskomen in de open ruimte die we zelf zijn — helder, grenzeloos en vrij.
Misschien tekenen zich hier de contouren af van een nieuwe spiritualiteit. Of beter gezegd: een oud weten dat opnieuw tot leven komt en ons uitnodigt tot een andere manier van zijn. Geen geloof dat veroordeelt, scheidt of eist, maar een uitnodiging om de sluier op te lichten. Om thuis te komen in het mysterie van de wordingsdrang. Om, in de woorden van McGilchrist, opnieuw eerbied te voelen voor het heilige.
En misschien is dat precies waar onze tijd om vraagt.

Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Louis zegt
En dan is er nog het Zien volgens de drie principes van Sidney Banks, geen leer of wat dan ook, alleen anders kijken, een paradigma shift. Zie shiftacademy. https://www.shiftacademy.nl/https://www.shiftacademy.nl/