We zijn op de helft van de serie die ik naar aanleiding van een cursus Theologie schrijf. De inhoud van iedere les brengt mij op gedachten die ik wel wil delen. De cursus telt 48 lessen, de helft zou dus 24 zijn, maar het aantal ‘stukjes’ commentaar worden er waarschijnlijk meer. Wellicht 50?
Vandaag:
Het Nieuwe Testament
De redacteuren die de vier evangeliën in het Nieuwe Testament hebben samengesteld (Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes) hebben zo’n veertig tot zeventig jaar ná de kruisiging van ene Jeshua ben Joseph hoogstwaarschijnlijk gebruik gemaakt van allerlei verhalen die over deze man rondgingen. Het ene verhaal was nog sterker dan het andere. (Mijn vader zei wel eens “ik kan het nog sterker vertellen, maar dan moet ik liegen.”) Jeshua ben Joseph is bij de meesten van ons bekend onder de naam Jezus, de zoon van timmerman Jozef en diens vrouw Maria. Dat Maria nog maagd was toen Jezus ter wereld kwam, wordt door vrijwel alle theologen naar het rijk der fabelen verwezen. Over zijn geboorte, leven, dood én wederopstanding is feitelijk nauwelijks iets bekend. Na de geboorte in een kribbe gelegd? Nergens onderbouwd. Drie wijzen op bezoek? Niemand weet hoeveel kraambezoek er langs gekomen is, laat staan dat we weten wie… Kindermoord in Bethlehem? Historisch onbekend! De ‘evangeliën’ vertellen een schitterende legende. En zoals bij iedere legende, bevat ook deze een kern van waarheid die omhuld is door uit menselijke emoties voortgekomen fantasieën. Legenden vertellen echter een waarheid die grootser is dan de historie!
Wat is waarheid eigenlijk? De cursus besteedt een vrij lange paragraaf aan deze vraag, zonder te vermelden dat (naar verluidt) Jeshua zelf bleef zwijgen toen Pilatus hem diezelfde vraag stelde (Joh.18:38). Wat kun je daaruit afleiden? Misschien dat alles wat iemand – wie dan ook – over ‘de waarheid’ zegt afbreuk aan de waarheid doet? Het schijnt dat Jeshua ook gezegd heeft: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.’ Betekent dit wellicht dat de waarheid pal voor Pilatus zijn neus stond toen hij de vraag stelde? Wie de waarheid niet kent, zal hem zelfs niet herkennen wanneer ie er voor staat! Maar wie meent iets zinnigs over de waarheid te kunnen zeggen of schrijven (bijvoorbeeld in een cursus theologie) slaat de plank mis, áls er al een plank is. Kortom, niks zeggen – zoals Jeshua zweeg – is mijns inziens behoorlijk Zen! Misschien is het flauw dat ik deze vergelijking maak, maar toch. De evangeliën zijn geen historisch betrouwbare notities. De kans is groot dat wij er nooit achter zullen komen wie de mens Jeshua ben Joseph is geweest. We zullen ook nooit weten hoe hij er uitzag. Alle afbeeldingen die wij kennen, zijn stuk voor stuk het resultaat van inbeelding. Ook afbeeldingen die – naar de makers ervan beweren – op visioenen zijn gebaseerd. Die schilderijen, tekeningen, gravures, houtsnijwerkjes en kleisels zijn kunstig gevisioshopt!
Het NT staat bol van de koans. Koans zijn uiterst korte verhalen, soms zelfs zinnen of een enkel woord, die iemand prikkelen het vertrouwde denken los te laten om tot ‘onverstandig’ inzicht te komen. Onverstandig heeft hier de betekenis van voorbijgaand aan wat je met gebruik van het redelijk verstand kunt vatten. Zo is de vraag ‘wat is waarheid?’ op te vatten als een koan. Geef een verstandig antwoord, en je kunt er gif op innemen dat het wordt afgewezen! Okay…als je dat van te voren weet, geef je toch een ‘onverstandig antwoord? Ha ha… neem er maar weer gif op in dat ook dát wordt afgewezen. Denk aan wat Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.’ Je moet het antwoord zijn. Je moet het antwoord als het ware uit iedere porie van je lijf uitwasemen, om te tonen jij zelf de weg, de waarheid en het leven bent. Van top tot teen, en niet alleen met je hersens. Weg, waarheid en leven zijn zowel irrationeel als echter dan echt! Wil je meer koans uit het NT? Hier volgen er nog een paar: 1) ‘Hoe kan Maria een kind baren en toch maagd blijven?’ 2) ‘Wat heeft Jezus aan het kruis volbracht!’ 3) ‘Heb uw naaste lief gelijk uzelf’ Laat maar zien.
De oudste geschriften die over het leven en de prediking van Jeshua verhalen, zijn afkomstig van Paulus. Hij schreef brieven! Paulus was eerst een verwoed vervolger van lieden die achter Jeshua aanliepen en alles wat er over hem gezegd werd als zoete koek slikten. Paulus veranderde zijn houding echter na een visioen waarin hij Christus ‘ontmoette’. Is dat historisch? Andere vraag: Is dat belangrijk? Hoe het ook zij, Paulus is de eerste en belangrijkste boodschapper die in het NT aan het woord komt. Zijn brieven hebben enorme invloed op het ontstaan en in stand blijven van geloofsgemeenschappen in het Midden-Oosten; en vanuit dat Midden-Oosten uiteindelijk in de hele wereld! Alle verhalen over Jeshua ben Joseph ten spijt, zijn de meeste christelijke kerken óók Paulinische kerken. De uitleg die hij aan het leven en sterven van de man Jeshua – wiens volgelingen hij eerst vervolgde – gaf, bepalen tot op de dag van vandaag het ‘christelijk’ geloof van veel mensen.
En dan heb je natuurlijk nog de samenstelling van het NT. Het NT zoals wij dat tegenwoordig kennen is een selectie van geschriften. Die selectie werd honderden jaren ná de dood van Jeshua – en honderden jaren voor ons – gemaakt door – vooral – mannen die hoge posten bezetten in de kerkelijke hiërarchie. Ze hadden de macht om te beslissen welke werken wel en welke werken niet in de Bijbel ‘opgenomen’ zouden worden. Dat resulteerde in een bloemlezing van 66 werken in totaal (OT plus NT). Daarnaast zijn er zogenaamde apocriefe boeken (zoals de boeken Henoch, Tobit en Makkabeeën) en alternatieve evangeliën, zoals dat van Thomas. Of de vondst van oude geschriften in Qumran (tussen 1947 en 1956 in elf grotten) de laatste zijn, weten we pas over X aantal jaren. Je kunt je terecht afvragen welke motieven de samenstellers van de officiële Bijbel hadden om sommige teksten wel en andere niet als canoniek (= geloofwaardig en volgens kerkelijk recht wettig) te bestempelen. Een andere vraag is of wij met de kennis en opvattingen van vandaag dezelfde keuze zouden maken.
Jezus beschikte niet over het NT. Dat vergeten mensen wel eens. Of vergeten, vergeten … ze beseffen het vaak niet. Jezus beschikte uitsluitend over de boeken van Mozes (de eerste vijf boeken van het OT); de Psalmen, de Joodse Wet, de Profeten en wat schriftgeleerden daar allemaal over te berde hadden gebracht. Hij zei – volgens de verhalen – dat hij de voorspellingen die in het OT staan zou doen uitkomen (dit zijn mijn woorden). Vervolgens hebben mensen ná hem er alles aan gedaan om dat ook zo te doen lijken. Wat we niet weten is of hij alles dat aan hem wordt toegeschreven ook werkelijk zo heeft gezegd en bedoeld. Het katholieke en protestantse geloof weerspiegelt de tijdgeest waarin het katholicisme én het protestantisme is opgekomen, niet de geest van Jeshua ben Joseph!
Willem zegt
Misschien ook interessant om in dit kader de Nag Hammadi geschriften te noemen, die in 1945 in grotten in Egypte zijn gevonden. Hierin zijn naast een reeks gnostische teksten ook het evangelie van Judas en van Thomas te vinden. Het evangelie van Thomas bevat (veronderstelde) uitspraken van Jezus, waarvan een aantal op de bekendere Zen-koans lijken.
Daarnaast heeft Jacob van Slavenburg veel gepubliceerd over het NT, waaronder “Valsheid in geschrifte” dat gaat over de aanpassingen die er in de beginperiode in het NT zijn aangebracht.
Mieke zegt
Veelbetekenend voor mij is dat gnostiek kennis van het hart veronderstelt. In naam van gnostiek is voor zover ik weet nooit een ‘andersdenkende’ omgebracht. Dit in tegenstelling tot de praktijk bij katholicisme en protestantisme in wier naam geloofsvervolgingen door de hele geschiedenis hebben plaats gevonden. Hier is geloof in het geding in iets of iemand buiten jezelf. Het veronderstelt een basis, fundament van waarheden die je moet geloven. Bij kennis van het hart is er geen grond om op te staan en is alles mogelijk. De kerk heeft te vuur en te zwaard gnostici bestreden. Wellicht omdat ze een bedreiging vormden voor de gevestigde kerkorde.
Willem zegt
Mee eens! En het woordje “wellicht” in de laatste zin kan je wel weglaten. Stel je voor dat mensen geen kerk(leiders) meer nodig hebben. Weg machtspositie.