In het najaar 2021 beloofde ik min of meer een cursus theologie te gaan volgen. Daar ben ik nu mee begonnen. De schriftelijke cursus telt maar liefst 48 lessen en ik denk dat er over iedere les ongetwijfeld iets valt te schrijven, doordat de inhoud mij op gedachten zal brengen die ik wel wil delen. Vandaag:
Vader, Zoon en Heilige Geest
In het Christelijk geloof draait eigenlijk alles om de drie-eenheid (Triniteit) van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Eén God, drie personen. Zoiets. Althans, zo staat het in de cursus: “De cursist leert dat God uit drie personen bestaat.” In het DSM 5 diagnosticeert men iemand die afwisselend twee (of meer) van elkaar te onderscheiden persoonlijkheidstoestanden kan aannemen met een dissociatieve identiteitsstoornis. DSM staat voor: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. De 5 geeft aan dat er vier eerdere versies hebben bestaan. Wanneer ik het DSM zou volgen, zou de conclusie m.i. moeten zijn dat God een probleem heeft, en met hem elk mens die in deze drie-personen-in-één gelooft. Dat zal toch niet …
Ik draai het om en stel dat God weliswaar één is, maar dat God verschillende rollen heeft, elk met een eigen rolpatroon. De drie bekendste rollen van God zijn dan de Vaderrol, de rol van Zoon en de rol van Heilige Geest. Probleem opgelost. Hoewel … ik kom er zo op terug.
Het hebben van meerdere rollen is normaal. Ik heb er ook een aantal, net als ieder mens eigenlijk. Ik noem er drie (van mezelf): vader, zoon en inspirator! Het is natuurlijk de bedoeling dat die drie rollen niet met elkaar in conflict komen. Dat zou rolconflicten opleveren, en rolconflicten zijn nooit leuk. Het geeft altijd gedonder. Bijvoorbeeld: wie in de rol van echtgenoot / echtgenote in strijd handelt met de rol van kind (zoon of dochter) loopt het risico op den duur in conflict te komen met de eigen ouders en/of de eigen wederhelft. En zijn het de eigen ouders niet, dan zijn het de schoonouders! En anders zijn het de eigen spruiten wel, áls die er al zijn en hun mening laten horen. Als inspirator probeer ik anderen te begeesteren. Daarbij moet ik natuurlijk niet in conflict komen met mijn andere rollen (collega, buurman, clubgenoot, en nog veel meer). Er wordt op mij gelet! “Walk your talk!” zegt men terecht tegen mij. In het Nederlands: “Doe zelf wat je anderen voorhoudt!” Hoe moeilijk kan het zijn? Wel, het valt vaak niet mee.
Ik kan een vaderrol hebben, omdat ik kinderen heb. Ik kan een zoonrol hebben, omdat ik ouders heb. Mijn rol als inspirator staat daar los van, maar kan uiteraard alleen maar bestaan omdat ik er ben. En Hier beginnen voor God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest de problemen mijns inziens pas echt. God kan alleen maar een rol als Vader hebben, wanneer hij kinderen heeft. Jezus is zijn enige zoon, en die kan alleen maar de rol als Zoon hebben, omdat hij ouders heeft. En dat zouden dan Maria (een mens) en …. God zelf zijn? Anders gezegd: hij is zijn eigen vader én zijn eigen zoon. Lijkt mij erg lastig. En God kan alleen maar God de Heilige Geest zijn omdat hij …. eh. Ik loop vast. De enige manier die ik zie om eruit te komen, is door God als Heilige Geest op de de eerste én enige plaats te zetten. Als Heilige Geest presenteert hij zich dan de ene keer in de rol van Vader en de andere keer in de rol als zoon. Dat kan, want het was de Heilige Geest die over Maria kwam en haar dus bezwangerde. Maria baart een zoon, en dat knaapje is uiteraard de zoon van Maria – dat valt nooit te ontkennen – en de zoon van de Heilige Geest.
Ingewikkeld, maar ik kan er mee leven.
De vraag is echter – en die vraag is misschien wel zo oud als de mensheid – of God wel bestaat. Wel, dat valt niet te bewijzen. De vraag die opdoemt achter een eventueel “Ja, God bestaat” is namelijk: waar komt ie dan vandaan? Plat gezegd: heeft Jezus een goddelijke opa en een goddelijke oma? Aan de menselijke kant heb je oma Anna en opa Joachim, maar aan Gods kant? Het ontbreken van goddelijke grootouders wordt verklaart door te stellen dat God er gewoon altijd is geweest, dus buiten de tijd om.
Voor je het weet kom je zo echter in een cirkelredenering terecht. Een cirkelredenering is een bewijsvoering die berust op zoiets als A levert het bewijs dat B bestaat, B levert het bewijs dat C bestaat en C levert het bewijs dat A bestaat. Vertaalt: God (A) bewijst zijn bestaan door de mens (B) te inspireren de Bijbel (C) te schrijven, en in de Bijbel (C) staat duidelijk dat God (A) bestaat! Wat zeur je nog?
Mocht je nu denken dat ik zelf niet in God geloof, dan heb je het mis. Dat doe ik namelijk wel. Ik geloof in God, de Almachtige Vader enzovoorts enzovoorts. maar ik volg niet de door het instituut kerk voorgeschreven interpretatie. Ik zie rollen, geen personen. En als opa van Jezus zie ik Chaos, waarover ik eerder heb geschreven (21 november 2021, Chaos) Misschien doe ik wel aan spiritueel shoppen, wie zal het zeggen. Deze cursus Theologie is duidelijk op een Christelijke leest geschoeid. Een Hindoeïstische leest zou mij waarschijnlijk laten spreken over een andere drie-eenheid, namelijk over Brahman, Vishnu en Shiva. Dat doe ik dus niet.
Bert zegt
Waarom zou je je druk maken over een vraag die niet te beantwoorden valt, nl. of God bestaat. Dan valt m.i. ook de behoefte weg om te verklaren hoe hij er uit ziet, of wat zijn rollen zijn.