Eind vorig jaar droeg Dingeman het voorzitterschap van de Stichting Inzichts Meditatie (SIM) over. In 1998 richtte hij samen met Coby van Herk, Sietske Boersma, Akasa van der Meij en Peter van Leeuwen de organisatie op. De SIM komt voort uit de Stichting Jonge Boeddhisten, die als belangrijkste taak had het organiseren van vipassana retraites onder leiding van de eerwaarde Mettavihari. De stichting heeft een bredere taakopvatting geformuleerd, met als doelstelling het bevorderen van de beoefening van vipassana meditatie. Dingeman heeft zich daar de afgelopen dertien jaar zeer actief en met veel energie voor ingezet.
Verschillende leraren uit binnen- en buitenland hebben daardoor hun inzichten kunnen overdragen aan vele deelnemers aan retraites. Om er enkele te noemen: Christina Feldman, Martine Batchelor, Stephen Batchelor, Gregory Kramer, Visu, Vivekananda, Carol Wilson, Joseph Goldstein en Noah Levine. Tevens biedt de SIM een portal waarin leraren van eigen bodem meditatie-retraites begeleiden, zoals o.a. Jotika Hermsen, Coby van Herk, Frits Koster, Doshin Houtman, Ank Schravendeel, Joost van den Heuvel Reijnders, Henk Barendregt en Dingeman Boot.
De SIM is ook gestart met een 2-jarige Dhamma Verdiepings Cursus, waarvan de 3e afgelopen lente is afgerond. De belangstelling voor deze cursus is groeiende.
Ik had het gesprek met Dingeman in zijn yoga-meditatiecentrum “Pannananda” te Zwolle. Wekelijks komen hier zo’n 45 personen om (mindfulness) yoga-meditatie te beoefenen.
Wat betekenen Boeddha, Dhamma en Sangha voor jou?
Boeddha heeft voor mij twee betekenissen. Ten eerste de historische Boeddha, een zeer inspirerende figuur. In het Oosten wordt daar wel een goddelijk kantje aan toegevoegd. Dat heeft hij voor mij helemaal niet. Hier in het Westen wordt meer benadrukt dat hij een gewoon persoon is met potenties die hij gerealiseerd heeft. Hij is tot verlichting gekomen.
Ten tweede is er de Boeddha-natuur. Door het pad van de Boeddha te gaan, ben je bezig je te openen voor je eigen essentie, je eigen Boeddha-natuur. In lessen probeer ik mensen vertrouwd te maken met het idee dat ze die potentie ook in zich hebben. Dat is een enorme stimulans en motivatie om het pad te gaan.
Uiteindelijk is de Boeddha-natuur belangrijker dan de historische Boeddha. Ze zijn echter niet los te zien van elkaar. De historische Boeddha heeft het waargemaakt. Hij heeft laten zien dat het mogelijk is om tot bevrijding te komen. Wat ik bijzonder vind aan de historische Boeddha is dat hij tot een diepe staat van concentratie is gekomen. En toch heeft hij er afscheid van genomen, vertrouwend dat er iets meer was: een totale bevrijding van al zijn gehechtheden. Dat getuigt van een enorm vertrouwen in zijn eigen potenties. Van alle vijf spirituele krachten, is vertrouwen heel belangrijk.
Wat betekent de Dhamma voor jou?
Dhamma is voor mij bezig zijn met de waarheid, de werkelijkheid, het pad gaan dat de Boeddha ook ging, de instructies die de Boeddha gaf, zijn onderricht. Het is belangrijk dat we daar gebruik van kunnen maken. Je hebt wegwijzers nodig. Essentieel is het volgen van het pad om te komen tot de werkelijkheid. Het is soms ook nodig om tot de orde geroepen te worden. Het geeft soms een besef: hé, dat verdient ook aandacht. Daardoor kun je bijsturen.
En wat betekent de Sangha voor jou?
De Sangha geeft de steun die je nodig hebt om het pad te gaan. Je kunt zeer veel profiteren van de contacten met mensen die dit pad ook gaan. Ervaringen kunnen uitgewisseld worden. Alhoewel, er zijn niet zoveel mensen met wie je dat kunt. In de praktijk is het een eenzame tocht. Uiteindelijk moet je het toch alleen doen. En het blijkt dat de weg van de één niet de weg van de ander is. Het is geen autosnelweg waar iedereen overheen gaat, met dezelfde markante punten.
Alleen oefenen is niet onmogelijk maar het is veel en veel moeilijker dan samen. Toen Ananda zei dat een spirituele vriend belangrijk is, zei de Boeddha dat een spirituele vriend het állerbelangrijkste is. Je merkt dat je gedragen wordt door de gemeenschap waar je samen mee mediteert.
Die ervaring had ik ook in het Oosten. In 1989 ben ik voor 1,5 jaar naar Birma en Thailand gegaan om daar te mediteren. Dat was een moeilijke tijd, ver van huis, het eten is anders, het klimaat is anders, het hele leven is anders. Fijn dat er dan spirituele vrienden zijn waarmee je kunt uitwisselen. Voor mij waren dat o.a. Vivekananda en Visu.
Zie je de SIM ook als een Sangha?
Ja, in zekere zin, door de ontmoeting via retraites. De SIM maakt het mogelijk om de Sangha gestalte te geven. Het is een stichting die faciliteert en mogelijk maakt. Ik zeg wel eens: doe maar eens een retraite alleen. Dan merk je dat het veel moeilijker is dan samen. Ook al zeg je niks tegen elkaar, toch voel je de éénheid. Het is iets universeels.
Zie je een retraite als een Sangha?
Natuurlijk! Tijdens een retraite komt de Sangha heel sterk tot uitdrukking. Daar functioneert de Sangha echt.
In het Oosten willen sommigen de Sangha beperken tot de monnikenorde. De huidige inzichten zijn behoorlijk aan het veranderen. Voor de oorlog kwam het nauwelijks voor dat leken mediteerden in die landen. Mahasi Sayadaw in Birma heeft het onder andere mogelijk gemaakt dat leken ook konden gaan mediteren.
Wat is de rol van leraren in de Sangha?
Je mag ervan uitgaan dat een leraar een behoorlijke ontwikkeling heeft doorgemaakt in zijn meditatieproces waardoor hij in staat is om anderen leiding te geven. Het is niet iedereen gegeven om vanuit eigen inzichten dat ook over te dragen op anderen. Het overdragen vereist specifieke kwaliteiten. Een leraar heeft die kwaliteiten of heeft de potentie om die kwaliteiten te ontwikkelen.
In andere boeddhistische tradities, bijvoorbeeld Zen of Tibetaans Boeddhisme, is er sprake van transmissie. Dat heb je in het Theravada niet. Sommigen suggereren dat wel, maar in feite is dat er niet. De groep van 13 leraren (door Mettavihari aangewezen als vipassana leraren) probeert daar structuur in aan te brengen door aan te geven hoe te komen tot assistent-leraar en leraar.
Zou je daar het woord ‘kwaliteit’ aan willen koppelen?
Die structuur is er op gericht om te trachten kwaliteit te garanderen.
Wat zijn kwaliteiten van een leraar?
Een leraar is heel open. Trungpa Rinpoche bijvoorbeeld, die was zo open als maar zijn kan. Die openheid heeft voor mij veel te maken met liefde. De poort van de liefde en mededogen vanuit jezelf is geopend. Bij een leraar is er verder sprake van doorleefde kennis en inzichten.
In 1978 heb ik de studie afgesloten tot yoga-leraar. Ik heb daarna vier jaar lang aan vier groepen les gegeven in Roosendaal. Daar ben ik toen mee gestopt. Een van de redenen was een gevoel dat ik me teveel als leraar gedroeg. Ik wist veel en bezat best veel inzicht. Natuurlijk ook boekenwijsheid. Ik was bezig met de Advaita Vedantafilosofie en ik was drie keer naar Shri Nissargadatta Maharaj in India geweest. Ik wist het precies allemaal te vertellen. Maar ik voelde dat het niet voldoende doorgestroomd was naar mijn hart. Het was niet doorleefd. Dat was een van de redenen om te gaan mediteren.
Ik moet vaak denken aan de kwaliteiten van de Boeddha: grote wijsheid én groot mededogen. Die twee kwaliteiten horen bij elkaar. Door de meditatie heb ik de eenheid met andere mensen heel sterk kunnen ervaren. Ik heb een sterk gevoel van mededogen kunnen ontwikkelen. Dat vind ik van mezelf wel mooi.
Heeft de combinatie yoga en meditatie een meerwaarde?
Voor veel mensen is het heel moeilijk om het pad te gaan, om tot meditatie te komen. Beginnen is geen kunst, dat kan iedereen. Veel mensen haken af. Mindfulness yoga maakt de toegankelijkheid tot het meditatieproces gemakkelijker. De trapjes naar de drempel toe worden lichter. Het (maha)satipatthana sutta is voor een groot deel gewijd aan het lichaam. Bewustwordingsproces van het lichaam werkt ondersteunend. Ik begin altijd met een lichaamsscan. Eerst in het lichaam komen en van daaruit verder werken.
Hoe kijk je naar de mindfulness training?
Het is een methode waardoor de hele vipassanameditatie wordt geprofessionaliseerd en toegankelijker wordt gemaakt op een heel knappe manier. Op zichzelf is het geweldig dat dat mogelijk is. Waar het uiteindelijk om gaat is dat de mensen gelukkiger worden, bevrijd worden van hun lijden en uiteindelijk verlicht worden.
Het onderricht van de Boeddha betreft dukkha en het komen tot bevrijding van dukkha. Mindfulness is een heel mooie methode om de mensen te verlichten van dukkha. Dat is op zichzelf al de moeite waard. Plus dat deelnemers doorstromen naar de vipassana meditatie en zo tot verdere verdieping kunnen komen. Dat is heel waardevol.
Wat is voor jou de kern van de SIM?
Ten eerste schept de SIM faciliteiten waardoor het volgen van retraites mogelijk wordt. Ten tweede is het mogelijk om te komen tot verdieping in de Dhamma, onder andere door het aanbieden van de Dhamma Verdiepings Cursus.
De SIM is een belangrijke stichting als vertegenwoordiger van het Theravada Boeddhisme. En de SIM is vertegenwoordigd in allerlei instanties, zoals de Boeddhistische Unie Nederland en de Boeddhistische Omroep Stichting.
Hoe zie je de relatie tussen vipassana meditatie en het Theravada Boeddhisme?
Ja, die horen bij elkaar! Je hebt allerlei meditatietechnieken, zoals Zen, samatha, enz. In het Theravada Boeddhisme heb je als hoofdzaak: vipassana meditatie en metta meditatie (een vorm van samatha meditatie).
Bij de SIM ligt het accent op vipassana meditatie. Is dat een bewuste keus of is dat zo gegroeid?
Als ik het verschil tussen vipassana en samatha uitleg word ik steeds voorzichtiger. Bij samatha richt je de aandacht op één object. Gedachtes, gevoelens, emoties worden weggedrukt. De geest is éénpuntig gericht. Vroeger zei ik nogal eens: door de concentratie onderdruk je alles en het lost op die manier niets op. Als je er mee stopt, na verloop van tijd komt alles weer terug. Kijk maar naar de film Samsara.
Ik ben nu voorzichtiger geworden in mijn uitleg. Uiteindelijk heeft samatha meditatie toch ook wel een blijvend effect. Het is afhankelijk van hoe je het beoefent, ben ik achter gekomen.
Vipassana meditatie is een meditatievorm die ertoe leidt dat je leert omgaan met alle verschijnselen die in je bewustzijn langskomen. Je negeert het niet. Je drukt het niet weg. Je komt tot een open ontmoeting. De kern is: je maakt je los van de identificatie ermee. Dat is de essentie van vipassana meditatie. Loskomen van identificatie is inzicht in annata (zelfloosheid).
Is dat niet mogelijk door het beoefenen van samatha?
Nee! Ik ben bij de Tibetaans boeddhistische Dzogchen leraar Tsokny Rinpoche geweest. Hij is een fan van samatha meditatie, maar hij zegt ook: op een gegeven moment moet je samatha loslaten en vipassana beoefenen. Door hem ben ik wel genuanceerder tegen samatha meditatie aan gaan kijken. Je kunt het op verschillende manieren beoefenen.
Het is me opgevallen dat er onder westerse Mahasi Sayadaw beoefenaren soms nogal emotioneel gereageerd wordt als je het over samatha meditatie hebt. Is dat ook jouw ervaring?
Dat is zo. Dat is het gevaar als je maar één leraar hebt gehad. Het is goed om onderricht van verschillende leraren te ontvangen. Bij één leraar kun je gemakkelijk zijn extremiteiten overnemen.
Was dat één van de redenen om de SIM op te richten?
Natuurlijk!
Is het niet zo dat in het geval van meerdere leraren er het gevaar van spiritueel shoppen en oppervlakkigheid dreigt?
Helemaal mee eens. Je moet dan wel een onderscheid maken tussen methodes die fundamenteel verschillen en methodes die in nuance verschillen, zoals verschillende vipassanamethodes onderling.
Het is binnen een methode alleen maar goed als er verschillende leraren zijn. Je kunt dan de betrekkelijkheid zien van bepaalde opvattingen die als heel belangrijk worden gepropageerd. Uiteindelijk gaat het erom uit te proberen wat voor jezelf een levende werkelijkheid is.
Je bent ook lid van de 13 leraren die door Mettavihari aangewezen zijn als leraar. Wat is het specifieke aan de vipassana meditatie methode volgens Mahasi Sayadaw zoals doorgegeven door de eerwaarde Mettavihari?
Ik moet er direct bij zeggen dat dat door sommigen wordt gepropageerd, maar dat moet je met een korreltje zout nemen. Daar staat niet iedereen van de 13 leraren achter. Er zijn onder die 13 ook leraren die nauwelijks met Mettavihari te maken hebben gehad. Die hebben hun onderricht hoofdzakelijk in het Oosten gehad.
Tja, wat is dan nog overgebleven van het typische van Mettavihari. Hij heeft ons op het pad gezet en dat is heel belangrijk. En hij was een heel inspirerende figuur. Ik ben bij hem begonnen. Daarna ben ik naar het Oosten gegaan. Ik heb ongeveer 4 jaar in Birma en Thailand gemediteerd. Vervolgens heb ik 1,5 jaar in het Westen, bij Insight Meditation Society (IMS) vipassana beoefend. De vertaalslag die Joseph Goldstein en Jack Kornfield van het onderricht in het Oosten gemaakt hebben, vind ik heel knap. Daar heb ik van geprofiteerd.
Wat is dan het verschil tussen mediteren in het Oosten en in het Westen?
In het Oosten is de mentaliteit nog zoals die hier was ten tijde van jouw grootouders. In het Oosten heeft men een totaal andere belevenis wat betreft emoties en gevoelens.
Wat voor effect heeft dat dan op het meditatieproces?
In het Oosten ligt het accent veel meer op de concentratie. Maar hier wil men dat niet omdat men dan het gevoel heeft dat je de hele boel wegdrukt.
Is dat ook zo in een vipassana meditatiecentrum in het Oosten?
Ja. Er wordt veel accent gelegd op de concentratie. Bijvoorbeeld: hier is aandacht voor het rijzen en dalen. Daar worden veelal ook touching points, twee bijvoorbeeld, toegevoegd na ieder rijzen en het dalen.
Ook in Mahasi Sayadaw centra?
Ja, natuurlijk, juist daar ook. Ik ben begonnen met wel 5 of 6 touching points na ieder rijzen en dalen, om de concentratie verder te ontwikkelen. En ik moet zeggen dat het in zekere zin werkt. Ik had het voordeel dat ik niet meer te maken had met resten uit het verleden. Die fase lag achter me. Als westerling neem je vaak een heleboel ballast daar mee naartoe. Dan kun je in de problemen komen.
Je bedoelt psychische ballast?
Ja, precies, vanuit vroeger. Dat heeft men daar niet zo.
Hoe zag de vertaalslag bij IMS er dan uit?
Joseph Goldstein en Jack Kornfield hebben de vipassana meditatie in een vorm ontwikkeld die afgestemd is op de westerse mens. Daardoor is het accent veel meer op sati (mindfulness) komen te liggen. Je zou ook kunnen zeggen dat er (naar ons gevoel) meer balans tussen mindfulness en concentratie is ontstaan. Als ik dat zo zeg dan begrijpen ze daar in het Oosten natuurlijk niets van.
Jack Kornfield gaf heel goed aan hoe hijzelf in de problemen kwam bij de overgang van Oost naar West. Hij had daar een sterke discipline ontwikkeld.
Bij IMS is het allemaal wat vriendelijker. Er wordt meer ruimte gelaten om gevoelens en emoties naar boven te laten komen, waar je leert mee om te gaan.
Je bent ook monnik geweest. Was dat gekoppeld aan je meditatie?
Ja, dat liep parallel.
Wat waren dan de redenen om als monnik te mediteren en niet als leek?
Ik had er van tevoren wel eens over gesproken met deze en gene, onder andere Stephen Batchelor. Het heeft zo zijn voor- en nadelen. Ik was 2 maanden in Birma en ontmoette Vivekananda (een Duitser die zich al tot monnik had laten wijden) tijdens de loopmeditatie. Je mag niet praten, maar soms doe je dat toch. Dus vroeg ik naar zijn motieven om monnik te worden. Daarna dacht ik eerst eens informatie in te winnen bij mijn leraar, U Jatila, of er die mogelijkheid was voor mij. Hij vroeg hoe lang ik zou blijven. Ik zei: ongeveer een jaar. Vier dagen later kreeg ik van U Jatila te horen dat ik twee dagen later tot monnik gewijd zou worden. Hij had het anders begrepen dan ik bedoeld had. Maar ik dacht: het zal wel goed zijn zo.
Redenen om als monnik verder te mediteren waren met name:
- het is heel bijzonder om in hetzelfde gewaad rond te lopen als de Boeddha;
- de toegankelijkheid tot de andere monniken wordt gemakkelijker. Het is dan gemakkelijker om iets te vragen;
- aan een monnik wordt meer aandacht besteed;
- een monnik krijgt meer respect en dat leidt ertoe dat je motivatie versterkt wordt. Je wilt de mensen die jou vertrouwen geven niet teleurstellen, niet beschamen;
- ik ben van nature een vrijbuiter. Ik dacht: Dingeman, het is wel eens goed voor je om je te houden aan de 227 regels die voor de monniken gelden.
Ging dat goed met die 227 regels?
Ja. Sommige regels moet je met een korreltje zout nemen. Een mede-monnik zie altijd: “You can use a loophole”.
De Pali-canon bestaat uit de sutta’s, de vinaya en de abhidhamma. Wat is voor jou de verbinding van vipassana met alle drie?
De vinaya zijn de leefregels voor de monniken. Voor het beoefenen van vipassana is het niet nodig om je te verbinden met de leefregels. Leken kunnen net zo goed vipassana beoefenen.
Abhidhamma, daarover heb ik onlangs een vergelijking gehoord: Je kunt ook autorijden (vipassana beoefenen) zonder dat je weet hoe de motor in elkaar zit (abhidhamma). Ik heb drie weken in Birma abhidhamma gestudeerd. Het heeft niet echt bijgedragen aan extra inzichten. De verdieping van het meditatieproces is voor mij belangrijker dan verdieping in de abhidhamma.
De sutta’s vormen de basis voor de vipassana meditatie, met name het (maha)satipatthana sutta. Andere sutta’s geven ook inzicht in het onderricht van de Boeddha. Je kunt er je voordeel mee doen. Sommige sutta’s zijn niet meer zo van deze tijd. De essentie, daar gaat het om.
Voor meer informatie over Dingeman Boot: http://www.pannananda.nl/. Hier is ook een link te vinden naar een uitzending bij de Boeddhistische Omroep (op de homepage) van een retraite op Terschelling en een link naar een TV-portret met Dingeman bij RTV Oost (op de Dingeman Boot – pagina).