In mijn ogen ben je alles, dus ook iedere hersenschim. Maar je kunt wel onderscheid hebben, zoals je het verschil behoort te weten tussen een broodje poep en een broodje gezond.
Het ego is het vuiltje in ons oog. Het steentje in onze schoen. Op die manier dien je dus geen respect te hebben voor je ego: je verwijdert het.
Maar er zijn mensen die het ego geheel ontkennen. En dat is gevaarlijk. Het bestaat wel degelijk. Zoals Mara (duivel) besproken werd en wordt in het levensverhaal van de Boeddha. Hij overwon de verleiding en misleiding in zijn leven. Onderken het ego, dat er iets is wat niet van waarheid en liefde houdt.
Het ego voedt zich met leugens, begeerten en haat. Het is een bundeling van herinneringen die ons leven probeert te beheersen. De haat van hen die vijandige gevoelens koesteren als ‘Hij heeft me uitgescholden, me aangevallen, me verslagen en me beroofd’, komt nooit tot bedaren. – Dhammapada, canto 1:3.
De Boeddha adviseert, leert als geneesmiddel: ‘Haat komt nooit tot bedaren door haat; door vriendelijkheid komt haat altijd tot bedaren – en dit is een eeuwige wet.’ – Dhammapada, canto 1:5.
Er is veel haat in ons leven.
Het denken is er vol van.
Dit denken komt niet door zichzelf tot rust.
Zeker niet als je zegt dat er geen kwaad bestaat.
Zoals een verslaafde eerst zijn verslaving dient te onderkennen om er vervolgens een einde aan te kunnen maken.
Sommige mensen beweren dat liefde de enige realiteit is. Zeker, maar ook waarheid maakt deel uit van wat liefde werkelijk is. Vaak zijn mensen die geloven dat liefde de enige realiteit is bang voor confrontatie. Bang voor geschreeuw. Bang voor akelige feiten. En dergelijke.
Maar het was de Boeddha die (vijfentwintighonderd jaar geleden) dood, ziekte en ouderdom niet uit de weg ging. Door deze confrontatie begon zijn grote zoektocht. Bestaat er een antwoord op ons lijden?
Hij ontwaakte en dat was niet toevallig.
Hij werd niet alleen een vriendelijk, liefdevol wezen maar ook spreker van waarheid.
Het ego was gedoofd, zoals een vlam.
Laat het verleden los, wees een licht voor jezelf.
Geen enkel geloof kan ons wezenlijk veranderen als dat geloof niet ook vol is van liefde en waarheid.
Het prediken van geweld als een oplossing betekent dat we de innerlijke Boeddha (of Christus) geheel niet kennen. Niet dat er iets in ons is, een zogenaamd ander zelf. Maar dat onze geest een andere koers kan varen, die mogelijkheid zit ook verscholen diep in onszelf.