De Boeddha zegt in de Dhammapada het volgende:
‘ Alles wat we ervaren wordt voorafgegaan door het denken. Alles wat we ervaren heeft denken als hun leider. Alles ontstaat uit gedachten.’
Alles hangt af van onze gedachten. Ons denkproces bepaalt ons gedrag. Ons hele ‘leven’ en ‘onze wereld’ wordt gecreëerd door onze gedachten. Alles ontstaat in de geest, zowel het aangename als het onaangename. Wat we als een probleem ervaren ontstaat in onze geest. Wat we als vreugdevol aanmerken, ontstaat in onze geest. We klampen ons vast aan onze gedachten. We identificeren ons met onze gedachten. We worden er één mee. Upadhi. Gedachten zijn er de oorzaak van of we ons gelukkig of ellendig voelen. Gedachten zijn machten.
Alles spruit voort uit onze geest. Het is de geest die hunkert; de geest die speculeert; de geest die loslaat; de geest die transcendeert. Alles is een bedenksel van de geest.
Iedere ervaring is een verschijnsel van onze eigen geest. Wat we ‘zijn’ is het resultaat van ons denken. We zijn goden in het diepst van onze gedachten (Willem Kloos). Het ‘ik’ is een bedenksel van onze geest. Een illusie. Onze hele ‘wereld’ is een interpretatie van onze eigen opvattingen. Deze aarde is een caleidoscoop van 8 miljard ‘werelden’.
Samsara en nibbana komen voort uit dezelfde bron: de geest is de bedenker van beiden. We ‘worden’ (P. bhava) wat we denken. De geest is de basis van alles: zowel van illusie als van werkelijkheid. Enkel door de geest te zuiveren—d.i. door illusies als illusies te herkennen én werkelijkheid als werkelijkheid—kunnen we tot innerlijke vrede komen.
Wanneer de dhammanuvatti erin slaagt om de gedachten, indrukken, gevoelens, ideeën die opkomen te ‘neutraliseren’—d.i. door te beletten dat zijn geest er een ‘verhaal’ óf een ‘drama’ van maakt—houdt hij zijn geest zuiver.
Een zuivere geest is onze ‘oorspronkelijke’ geest, ons ‘oorspronkelijk’ gezicht. Het is de ruimte tussen twee gedachten. De onbezoedelde ruimte waarin de dingen ontstaan en vergaan. Het proces. Dhamma.
Linji:
‘Als de geest in beweging komt, ontstaan er tienduizend dingen. Als de geest tot rust komt, vergaan er tienduizend dingen. Als de geest niet kijkt, zijn de tienduizend dingen onbezoedeld.’