Anatta roept angst op. Angst voor leegte. Horror vacui. Angst voor de zelfloosheid van de verschijnselen, fenomenen, vormen, dingen.
Maar wanneer we goed kijken—forensisch observeren— doet vooral de essentieloosheid van het ego pijn.
Nochtans hoeft leegte de dhammanuvatti niet te verontrusten. Ondanks dat alles leeg is, bestaat er niets dat onbetekenend is. Finaal is alles één. Alles heeft een oorzaak en een gevolg. Afhankelijk ontstaan. Paticca samuppada.
De Boeddha zei dat wie afhankelijk ontstaan ziet, Dhamma ziet.
Jan zegt
“De Boeddha zei dat wie afhankelijk ontstaan ziet, Dhamma ziet.”
Heeft hij wel gelijk?
Echter, even terug naar het begin: anatta.
Wie de volmaakte leegte ziet volgt geen Dhamma, geen leer noch een pad.
Want waar zou je in volmaaktheid naar streven?
Waar zou je bang voor moeten zijn?
Je leeft je leven in voor en tegenspoed, tot Yama je komt halen.
Dankzij het lijden is er het genot en er is ook nog de zalf van melancholie.