Als het over Europa gaat, zijn er grofweg twee denkscholen. De ene vindt dat de Europese Unie de integratie zo moet verdiepen, dat de zeggenschap van het centrum groter wordt ten koste van die van de lidstaten. Alleen zo kunnen we voorkomen dat we vermalen worden tussen de Verenigde Staten en de opkomende grootmacht China. De andere denkschool benadrukt het belang van de soevereiniteit van de natie-staten en wil van Europa geen geopolitieke speler van formaat maken, deels om populisten op rechts niet nog meer wind in de zeilen te geven, en deels omdat onder de sluimer van onze welvaart een onderstroom van pacifisme leeft, die macht vies vindt en groot een eng kapitalistisch idee.
Dit is een van de grote vragen van onze tijd, een vraag die ook de volgende generaties aangaat. Het speelt zich onder onze ogen af, al wordt het bij alle aandacht voor de waarneming onder boeddhisten nauwelijks opgemerkt, omdat hun concentratie de focus verlegt naar het kleine, niet naar het grote. Politiek-maatschappelijk is boeddhisme bijziend, in staat om zich te verzoenen met iedere vorm van wereldlijke macht, al is deze ondemocratisch. Daar is het beestje op gebouwd en zo heeft het de eeuwen overleefd, de blik gevestigd op een staat van geestelijk leven die van de wereld is afgericht.
Des te meer reden om onder dit publiek de grote vragen van onze tijd onder de aandacht te brengen. Hiertoe behoren ook de wereldwijde migratiestromen en de energietransitie. Terwijl de slachting in Oekraïne voortettert, is Europa het toneel van geaarzel en getreuzel. Ja, de gemeenschappelijke vijand aan onze oostgrenzen brengt de lidstaten verhoudingsgewijs meer naar elkaar, maar nee, ook deze crisis lijkt niet diep genoeg om te doen wat ooit echt gedaan moet worden. De EU blijft een vreemde hybride organisatie, deels communautair, deels intergouvernementeel. Terwijl wij het lied van onze rechtstatelijke principes telkens weer plichtmatig aanheffen, blijft de Europese Raad van zevenentwintig staats- en regeringsleiders over onze hoofden heen moeizame compromisbesluiten nemen. Eenmaal thuis worden deze anders uitgelegd en geïmplementeerd, terwijl de Raad zelf zich onttrekt aan democratische controle op Europees niveau.
Grote vragen hebben grote oplossingen nodig, groter misschien dan velen hardop durven te zeggen, hoewel er altijd enkelingen zijn die de zaken bij de naam noemen. Zo is de crisis in het Nederlandse staatsbestel in boeken, adviezen, pamfletten en interviews allang geanalyseerd door Herman Tjeenk Willink, voordat het systeem ontspoorde en in politieke schandalen uitmondde. Ook voor Europa bestaat er een metershoge stapel rapporten van Europarlementariërs en denktanks. In een deglobaliserende wereld dringt de tijd voor een Europees industrie- en defensiebeleid. En voor een herkaveling van bestaande instituties, waarbij de Raad als gekozen senaat van de Unie onderdeel wordt van de wetgevende macht en de Commissie wordt getransformeerd van benoemde ambtenaren naar een Europese uitvoerende macht, naar een in Brussel zetelend kabinet kortom, met een Europese premier en Europese ministers van financiën, economische zaken, klimaat en milieu, buitenlandse zaken, justitie en migratie, en defensie.
Als Europa schuldpapier kan uitgeven voor een coronaherstelplan van meer dan €700 miljard, dan kan het hetzelfde doen om inkomsten te verwerven voor de genoemde beleidsterreinen, mogelijk gepaard gaande met – alweer een taboe – een eigen belastingheffing voor de ingezetenen van de Unie. Het zal even slikken zijn. Frankrijk, de enige lidstaat met een zetel in de Veiligheidsraad van de VN, zal deze moeten opgeven ten gunste van de EU, als het maar de garantie krijgt dat het de eerste twintig jaar de Europese VN-ambassadeur mag leveren. De nationale staatsschulden worden overgenomen door de Europese minister van financiën, maar als Italië ondanks €220 miljard uit het coronaherstelplan geen concurrerende, groeiende economie ontwikkelt, dan zal het zelf op de blaren moeten zitten. Bij een nationaal bankroet zijn lidstaten verantwoordelijk en krijgen zij geen hulp meer van het collectief. Nationale defensiebegrotingen worden overgeheveld naar het Europese centrum om een einde te maken aan de verdeeldheid op dit gebied. Als Nederland geld krijgt uit Brussel voor twee parate brigades ten behoeve van een snelle interventiemacht, dan komen er twee parate brigades en niet, zoals nu, twee halve. Centraal gecoördineerde defensieaanbestedingen, ondersteund door een complementaire industriepolitiek, kunnen eindelijk leiden tot reductie van wapensystemen en dus een betere interoperabiliteit en gevechtskracht van het gemeenschappelijke militaire apparaat. Voor het defensiebeleid komt er een Europese veiligheidsraad met vaste plaatsen voor enkele grote lidstaten en roulerende zetels voor kleinere. De industriepolitiek kan ook leiden tot minder vliegbewegingen binnen Europa, als treinsystemen worden gerationaliseerd en er meer internationale flitsverbindingen komen die alle belangrijke steden van het continent gemakkelijk via het spoor bereikbaar maken, van Oslo en Helsinki, Warschau en Wenen, tot Zagreb en Lissabon.
Al deze veranderingen zijn – het zij toegegeven – een stap in de richting van het in de politiek gevreesde f-woord, maar het is geen volledige federalisering van Europa. Al wat het vraagt, is een coalitie van leiders die de bakens verzetten onder aanvoering van een visionaire voorman (of voorvrouw), zoals de voormalige Franse voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, dat was. Delors was de vader van de interne markt en de monetaire unie, hoewel de euro er mede is gekomen door een Frans-Duits handjeklap over een gemeenschappelijke munt ter vervanging van de D-mark, in ruil voor politieke instemming met de hereniging van de bondsrepubliek met de voormalige DDR, toen de Sovjetunie onder Mikhail Gorbatsjov op zijn laatste benen liep.
Niets van het bovenstaande is strijdig met het boeddhisme. Het is een voorbeeld van de aanvulling die boeddhisme behoeft en welbeschouwd moet willen van een domein dat een raakvlak heeft met het gebied dat het zelf bestrijkt. Willen wij democratie, rechtsstaat en verdraagzaamheid behouden als omgeving waarin wij kunnen beoefenen binnen een geestelijke vrijheid van belijdenis, dan moeten we ons durven engageren voor lastige keuzes. De strijd in Oekraïne is onbeslist, maar het is lastig ons een uitkomst voor te stellen van vredesonderhandelingen waarbij Rusland zich volledig terugtrekt en zelfs de Krim opgeeft. Dit is geen pleidooi voor appeasement, maar een inschatting die ook in de Verenigde Staten veld begint te winnen bij denktanks, op basis van de Europese verdeeldheid om daadwerkelijk hard op te treden tegen Moskou.
Wordt Oekraïne een ‘failed state’, wordt Ruslands uitgeputte oorlogseconomie en de wederopbouw in veroverd gebied straks financieel ondersteund door China, dan vraagt die situatie om een effectieve, verenigde Europese reactie. Terwijl wij ons wentelen in de weelde van onze welvaart, verandert de wereld in hoog tempo en wordt het relatieve aandeel van het westerse economisch product op wereldschaal steeds kleiner. Andere landen winnen aan soortelijk gewicht en dus aan invloed. De Russische agressie tegen Oekraïne, hoe verwerpelijk op zichzelf ook, is in de context van een veranderende wereldorde een gevaarlijke poging een wig te drijven tussen de VS en Europa, met als paradox dat Amerika zich extra op Europa moet richten, terwijl het eigenlijk prioriteit zou willen geven aan zijn onder grote druk staande positie in Azië, om van Afrika nog maar te zwijgen.
De VS hebben jarenlang tevergeefs gepleit voor verhoging van de defensie-uitgaven in Europa, juist om het bij een dreiging zoals deze zich nu voordoet, in staat te stellen zichzelf te verdedigen. Uit zelfbehoud of kortzichtige binnenlandse politiek hoeft Amerika alleen maar weer een meer isolationistische koers te varen en Europa staat er alleen voor. Verdeeld is het een speelbal voor autocratische machten uit de hele wereld, die niet malen om vrijheid van geestelijke belijdens, en al helemaal niet om een marginaal verschijnsel als boeddhistische sangha’s. Dus wie in onze kring durft te bestrijden dat een meer verenigd Europa in ons aller belang is? Misschien dat Nederland, ontheven van een aantal staatstaken, zich dan eindelijk kan richten op verbetering van de uitvoering van overheidsdiensten en op herstel van sociaal weefsel dat door de excessen van de marktwerking verloren is gegaan, zonder de verzorgingsstaat van weleer in volle glorie te herstellen.